IV
Herinneringen
Leiden 27-11.1944.
Beste heer en Juvrouw wij zijn met ons aarpelen thuis gekomen zaterdag 27-11. En
wij waren ook blij dat wij thuis waren. Wij hadden het niet gedacht. Wij waren zater
dags om 9 uur in Hillegom toen kregen wij bericht van menschen die wij tegen
kwamen jongens denk er om er is racieja in Lisse. Nou De W. u kan je wel indenken
wat er bij ons omging. Toen zijn wij over Noordwijkerhout gegaan langs den Leid-
schenvaart toen waren wij om 11 uur onderweg.
Toen kwamen wij die Duitzers tegen met een paar mannen toen zijn wij in het land
gevlogen. Toen werd er op ons geschoten die anderen 4 liepen door. Ik dacht ik geeft
mijn over voor ik dood geschoten wordt. Maar zij hebben ons niet kunnen vatten. Die
anderen vier hebben 1 uur in een sloot gestaan en ik ben gouw die stal bij die boer
ingeloopen en in die trens languit gaan liggen in den koeienstront. Dus u kan wel
begrijpen wat een narigheid of wij uit gestaan hebben. Maar mijn vrouw was blij dat
ik aarpelen had en boonen. En ik was zoo blij met dat Tabak dat ik u en uw vrouw
nogmaals bedand.
Nu krijgen wij 1000 gram brood
per week. Nu moeten wij 2 keer
aarpelen eeten dus ik ben genood
zaakt dat ik Maandag 4 December
weer naar NH gaat voor een beet
je tarwe en boonen en wat aarpe
len.
Mijn vrouw zij gaat weer eens
naar die man toe mischien weet hij
nog raat om aan wat eeten te
komen. Ik zei die man heeft zijn
best gedaan. Die heeft gegeven wat
hij kon. Dus wij gaan maar verder
op. Mocht het wezen dat wij in den
buurt komen komen wij wel aan.
Nogmaals bedand voor hetgeen
wat u en je vrouw voor ons ge
daan hebben.
Verders den Hartelijke Groeten
En ook de Groeten aan kleine sus
Van Jan en Bram v.E.