maar gelukkig werden allen na betrekkelijk korte tijd weer losgelaten. Nico en Gerard brachten de nacht door in Schagen bij Jan Sinnige, die in de Regentenstraat 63 woonde. De volgende dag reed Jan Beemsterboer met ze naar de familie van Vilsteren in Wieringermeer. Daar bleven ze een week tot de papieren en de Ausweise voor Texel in orde waren en vervolgens kwam Jan B. weer om ze in Den Helder met de LO man van Texel in contact te brengen. Jan zat toen met een groot probleem, want inmiddels waren de beide vaders gevangen gezet en was de moeder van Gerard overleden. Moest hij spreken of zwijgen? Hij heeft het laatste gekozen en ik geloof dat het de veiligste beslissing was. Wel heeft hij ervoor gezorgd dat Gerard na enige tijd door de pastoor van De Cocksdorp werd ingelicht over de dood van zijn moeder. De beide gemeenteambtenaren werden elk bij een boer ondergebracht en daar zijn ze tot het einde van de oorlog gebleven. Achteraf moet Gerard, in '51 geëmigreerd zijn naar Nieuw Zeeland, vaststellen dat de 13 maanden op Texel de beste en mooiste van zijn leven zijn geweest. Dit blijkt uit een schrijven van mei '93, waaruit ook een zekere desillusie en berusting spreekt. Gerard is een dierenvriend: het moeilijkste paard van de boer werd zijn lievelingsdier en eenzaam als hij nu daar in Nieuw Zeeland leeft, verstoken van alle contacten met zijn geboortegrond, heeft hij nog z'n paarden en als grootste vriendin Ricky de trouwe hond, die hem geen moment in de steek laat. Nico Bes is helaas overleden. En wat het bevolkingsregister aangaat, dat is na de bevrijding weer opgedoken door de vrienden Klaas Mink en Piet Berkhout, beiden lid van de plaatselijke K.P. Ze deden het op eigen initiatief en gingen daarna verheugd met hun buit naar het gemeentehuis waar ze nog dagenlang geholpen hebben om de kaarten te drogen op de zolder van de secretarie. De grote verrassing was, dat slechts 4 van de ongeveer 2300 kaarten onleesbaar waren. De rest kon zonder meer overgetikt worden. Aangezien de gemeente aldus voor veel kosten en moeite gespaard bleef, meenden de K.P.ers dat enige waardering en een kleine beloning hun wel toekwam. Misgerekend! Het verontwaardigde commentaar luidde: jullie bent zo nonchalant geweest het in de sloot te gooien, dus moeten jullie het ook maar opknappen. Ik ben ervan overtuigd dat Gerard (Tex) Wester, onmiddellijk het volgende Franse spreekwoord zou beamen: "Plus je connais les hommes, plus j'aime mon chien'. Naarmate ik de mensen beter leer kennen, begin ik meer van mijn hond te houden. R.C.Posthuma. 51

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1995 | | pagina 51