Jan Sinnige: "Ik ben Jan de Vries en ik steel wat." "Ik zie ze nog komen in Alkmaar bij de Limmerhoek, allemaal met prachtige uniformen aan en ik had gelijk een bloedhekel aan ze. Woorden van Jan Sinnige, tijdens de oorlog onder de naam 'Jan de Vries' binnen het verzet in Noord-Holland wijd en zijd bekend. Na de oorlog wist hij meteen dat hij met iemand uit het voormalig verzet te maken had als hij aangesproken werd als Jan de Vries. In dit boekje mag hij zeker niet ontbreken, hij was districtleider van het LO/LKP gebied waarvan het huidige Harenkarspel een klein gedeelte uit maakte. Verder was hij vanaf oktober 1944 tot september 1945 voedsel commissaris van Noord-Holland West, boven het Noordzee kanaal. Het zou zeer de moeite waard zijn als iemand zich bezig zou houden met de grote verdiensten die Jan Sinnige voor dit gebied heeft gehad. Binnen dit boekje kunnen wij slechts een klein gedeelte laten zien van het werk van de man die gedurende drie jaar full time bezig was met verzetswerk. Wie nu met hem praat beseft al snel te maken te hebben met een zeer markante persoonlijkheid. Naast zijn grote moed valt vooral zijn groot gevoel voor rechtvaardigheid op. Wat zijn moed betreft: Het is bekend dat zijn goed voorbereide poging om Gerrit Sloof uit kamp Vught te bevrijden mislukte, doordat Sloof niet gebracht werd naar het punt dat was afgesproken. Minder bekend is dat hij twee andere gevangenen wel uit de dodencel van het kamp wist mee te nemen door als Nederlandse S.S.'er verkleed urenlang in het kamp te verblijven. "Ik zweette etter en bloed van angst in dat kamp." Verder is hij één van de initiatiefnemers, zo niet de belangrijkste, van de verdwijning van de bevolkingsregisters van Warmenhuizen, Harenkarspel en Sint Maarten. Meer hierover, hoewel niet genoeg om hem recht te doen, in het boek "Verzet in West Friesland". Door de Duitsers in april 1944 opgepakt, kwam hij terecht in de dodencel op de Weteringschans. De S.D. wist via een verrader wie Sinnige was. Vandaar werd hij overgeplaatst naar kamp Amersfoort. Over de mishandelingen die hij ondervond in Amsterdam en Amersfoort wenst hij niet te spreken, hij haalt daarover zijn schouders op alsof hij wil zeggen toen niet anders te verwachten. Op 26 september 1944 wist hij tijdens het transport naar Buchenwald uit het treinraampje te sprin gen. Met genegenheid spreekt hij over de mensen die hem hielpen op de terugtocht naar Noord- Holland. Op mijn vraag of hij niet geprobeerd had naar het vrije zuiden te vluchten antwoordt hij: "Mijn werk was niet klaar, ik had nog meer te doen. Vrijdag kwam ik in Heiloo om mevrouw Nolet de groeten van haar man te doen. Diezelfde dag ben ik doorgegaan naar Warmenhuizen waar ik erg liefderijk ontvangen werd door Jan en Antje Beemsterboer. En de maandagnacht daarna was ik weer bezig met kraken." In dit stuk beperken wij ons tot wat hij deed vanuit zijn gevoel voor eerlijkheid: Zijn werk als voedsel commissaris en 'kraken'. Na de mislukte aanval van de geallieerden op de brug bij Arnhem was het westen van Nederland vrijwel afgesloten van de rest van de geallieerde gebieden. De Duitse bezetter besloot, mede naar aanleiding van de spoorwegstaking in september 1944, alle toevoer van voedsel en brandstof naar het westen stop te zetten. Bovendien moest het voorradige voedsel uit Holland voor het grootste gedeelte naar Duitsland vervoerd worden. De hongerwinter begon. Niet alleen de Duitsers waren verantwoordelijk voor de ellende die volgde. Veel Nederlandse boeren zagen hun kans schoon om via de zwarte handel kapitalen te verdienen. De woede over die onmenselijkheid komt nog steeds boven bij Sinnige: "Een boer leverde aan zijn buurvrouw, nota bene de weduwe van zijn gestorven knecht, een halve mud tarwe voor f 150,= en dacht dat hij dan erg goed was, want op de zwarte markt verkocht hij het voor f 1500 per mud." Van de laatste paar maanden heeft hij een archief bijgehouden over de voorraden die hij zo hier en daar 'kraakte'. De samenwerking met een aantal mensen die 'bovengronds' werkten was hierbij van groot belang. Deze mensen hielpen hem aan de nodige papieren om de goederen 'legaal' te maken. Het woord 'goederen' moet wel in zeer ruime betekenis genomen worden. Hier een briefje uit het archief: 40

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1995 | | pagina 40