De S.D.ers waren ook erg slecht, die hebben hier in huis nog eens gezocht naar fietsen, een van
die S.D.ers ging de zolder ook nog op, de zoldervloer was in een zeer slechte staat omdat zich
onder de zolder de koeiestal bevond, de vochtige koeiendamp tastte het hout van de zoldervloer
aan. Wij hoopten dat hij door de vloer zou zakken, maar dat gebeurde natuurlijk niet. De fietsen
waren achter verstopt en werden niet gevonden. We hadden een Duitse soldaat in huis die de
S.D.ers tegen wilde houden, dat lukte hem niet. De S.D.ers waren in staat om zo je huis in brand
te steken.
Ik moest wacht lopen op de Oosterdijk ook daar waren Duitsers gelegerd. Op een moment dat ik
daar wacht liep met Cor Duyvis, werd er door de Duitsers geschoten, we lagen vliegensvlug in de
slootkant met zijn tweeën. Achteraf schoten de Duitsers niet op ons, maar op Siemen Bleeker, die
daar in de verte, staande in een schuitje, een paal aan het omzagen was. De Duitsers konden niet
bij hem komen, daarom zullen ze wel geschoten hebben.
Cor Duyvis had altijd een flesje drank bij zich. Hun gebied, waar ze moesten wachtlopen, liep tot
de Hoge Brug in het Waarland. Op een keer zijn we bij mensen geweest die een feestje hadden te
vieren, alles was wel verduisterd, maar het dakraam hadden ze vergeten, dit gaf nog een hoop licht,
dus was het onze taak om die mensen daar op te wijzen. We werden meteen uitgenodigd voor een
borrel, wat we natuurlijk niet hebben afgeslagen.
Mevrouw Blankendaal vond het doodeng om alleen te wezen, de Duitsers zagen in het donker echt
niet of jij aan het wachtlopen was, of dat je iets anders uitspookte. Wachtlopers hadden wel een
speciaal pasje gekregen.
Als er 's avonds op de ramen werd geklopt, al waren het geen Duitsers, toch klopte je hart in je
keel. We hadden een beste petroleumlamp en door een kiertje dachten ze buiten al gauw dat we
stroom hadden. De huizen werden gecontroleerd, ze kwamen dan aan de deur, en zo gauw als je de
deur open had gedaan, duwden ze de deur verder open, en renden naar binnen, om zo snel
mogelijk te kunnen voelen, of de lamp nog warm was.
's Avonds hoefde je de weg niet op te gaan, want dan werd er op je geschoten. We wisten dat ze
bij de buren hiernaast een keer een koe aan het slachten waren, ze deden dat tussen de kool in de
koolschuur, om het zo stiekem mogelijk te doen. Wij zagen de Duitsers aankomen en konden niets
doen, wat voelden we ons toen machteloos. Gelukkig is het goed afgekomen, ze hebben er gauw
kool overheen gegooid, en zo leek er niets aan de hand. Er werd op deze manier wel eens vaker
vlees zwart verkocht. Ook hier hadden de S.D.ers de hele boel wel in brand kunnen steken.
We hebben bij de buren, Cor Broersen en Agie Veldboer, bevrijdingsfeest gevierd met zelfgemaakt
bier. Dat was een dolle boel
38