gerantsoeneerd of in de woorden van die tijd het ging "op de bon".
1 juni koffie en thee op de bon, geen invoer uit Brazilië.
15 juni brood en meel op de bon, geen graan uit Amerika.
12 aug. Textiel op de bon, geen wol uit Australië.
14 sep. vleesdistributie, geen invoer uit Argentinië.
15 sep. rantsoenering gas en licht.
25 apr. '41 aardappelen op de bon.
In verband met de schaarste aan levensmiddelen ging men over tot de
aanmaak van surrogaten, helaas ging op 13 maart '42 ook koffiesurrogaat op de bon en daarna
volgde zeep. De slagers moesten toen runderbeenderen inleveren om daarvan zeep en waspoeder te
maken. Door een tekort aan veevoeder werd het aantal koeien beperkt, waardoor minder melk.
Deze melk werd in de fabriek afgeroomd en als "taptemelk" gedistribueerd. Geen tabak dus geen
goede sigaretten en sigaren, maar wel "eigen teelt" met hoog nicotinegehalte. Geen drank maar wel
een surrogaat, het zgn Amerikaantje t.w. bier met ranja.
De auteur van dit artikel werkte van 1-1-41 tot 31-12-42 als leerling ambtenaar op het gemeen
tehuis van Warmenhuizen, burgemeester was in die tijd H.G. Nolet. Burgemeester Nolet was wars
van alles wat met de Duitse bezetting te maken had. Duits sympathiserenden waren b.v. bij hem
geen "Heren" dus wilde hij niet dat in zo'n geval het woord "heer" werd vermeld in de aanhef van
ambtelijke brieven en op enveloppen. Hij weigerde mannen aan te wijzen die moesten meewerken
aan het graven van een sleuf door zijn gemeente vanaf Schoorl naar Dirkshorn t.b.v. een telefoon
kabel voor de Wehrmacht.
Later bleek dit een verbinding te zijn vanaf de radar te Schoorl naar het radarscherm te Dirkshorn.
Het gevolg was dat de sicherheitsdienst hem wilde ophalen om hem in een concentratiekamp onder
te brengen. Nolet wist tijdig onder te duiken, helaas werd in zijn plaats zijn vrouw, moeder van 10
kinderen, meegenomen. Dat gebeurde begin jan. '44 om zijn vrouw voor zijn gezin vrij te krijgen
gaf Nolet zichzelf aan en werd hij daarop gedetineerd in het concentratiekamp Amersfoort waaruit
hij tegen het einde van het jaar werd ontslagen. Vermagerd doch ongebroken kwam hij terug.
In die tijd werd ook de gemeentesecretaris van Dirkshorn G. Essing gearresteerd, hij werd naar de
strafgevangenis te Utrecht overgebracht waar hij 7 maanden in de zgn dodencel heeft gezeten. Ook
hij kwam zeer vermagerd terug. Essing werd na de oorlog burgemeester van Blokker.
In de tijd dat ik op het gemeentehuis van Warmenhuizen werkte was ik o.m. belast met registreren
van ingekomen stukken voordat deze naar de burgemeester gingen. Af en toe zat er bij de post een
"Ministerieele dienstenveloppe" waarin zich geen ambtelijk stuk bevond doch een kopie van een
herderlijk schrijven of zelfs een illegaal blad. Ik kopieerde het dan tussen de middag op de
stencilmachine, de stencils werden verspreid in Warmenhuizen en Bergen.
Eens ontving en stencilde Schouten een in het Duits gesteld herderlijk schrijven van de Bisschop
van Münster waarin een felle aanklacht tegen de Duitse regering. Dit stencil werd verspreid onder
de Duitse soldaten in Bergen.
Na de oorlog hoorde Schouten van de burgemeester dat hijzelf deze geschriften in de dienstenve-
loppen had gedaan. Hij ontving ze van zijn broer die deken (van de RK kerk) was in Amsterdam.
Hij had ooit het dekblad van een stencil in de prullenmand gevonden en wist daardoor dat hij met
een betrouwbaar persoon te maken had.
Schouten zorgde er als ambtenaar ook voor dat verscheidene personen valse legitimatiepapieren
en/of levensmiddelenkaarten kregen. Deze papieren, in hoofdzaak Ausweissen (verklaringen dat
men economisch noodzakelijk was), waren afkomstig van zaadhandel de Jong te Langedijk en van
Gerrit Sloof die op het arbeidsbureau te Alkmaar werkte. In het begin werden de levensmid
delenkaarten achterover gedrukt bij de maandelijkse distributie uitreiking zowel te Warmenhuizen
(kantoortje achter het gemeentehuis) als te Krabbendam (geref. kerkgebouw) en Schoorldam (leeg
schoolgebouw).
Op 26 maart '42 's nachts schoot een Duitse nachtjager afkomstig van het vliegveld Bergen een
Engelse Manchester bommenwerper neer die juist een aanval had uitgevoerd op een doel in
Duitsland. Het toestel kwam brandend aan de oostzijde van het dorp terecht op het land achter de
boerderij van Dekker, huize Alida, waarin toen ook de familie Tesselaar woonde. Vijf beman
ningsleden vonden de dood, twee wisten zich, zij het gewond met de parachute te redden helaas