beneden komen. Een ervan kwam terecht op onze akker naast Van der Vliet, de ander is neerge komen op het Rijpje bij het huis van D.Tesselaar. In de kuil die de tank had geslagen stond nog een hoeveelheid kerosine. Van der Vliet heeft er nog wat uitgeschept, de rest werd door jongens in brand gestoken. Ik heb ook een fles van die vliegtuigbrandstof gehad, een heel klein restant bewaar ik nu nog steeds. Evacuées De oorlog bleef voor ons gelukkig op afstand en hier werden we er meestal zijdelings bij betrokken. De ontruiming van de kuststrook bracht de bewoners van de kustdorpen zoals Petten tot het zoeken van een veilig heenkomen en zo belandden verschillende gezinnen uit die plaatsen ook in ons dorp. Ook de bewoners van Den Helder werden uit hun huizen verdreven en een flink aantal van hen vond ook in Sint Maarten onderdak. Het waren vooral zakenmensen en werfarbeiders uit deze stad die 's morgens met de trein naar Den Helder gingen en 's avonds weer terug kwamen, 's Avonds gingen we vaak naar 'de buurt' en in het café waar het dan gezellig was. Die Heldersen wisten wel wat te vertellen over belevenissen in de stad en over de stand van de oorlog, in het café konden wij ons laten knippen door een Helderse kapper, Tinus Lagerveld, zolang de zaal niet gevorderd was. Een van de evacuées was Herman Schaap, dansleraar uit dansschool "Mouton", hij organiseerde besloten dansavonden. Radio's In het begin waren we nog wel op de hoogte van de oorlogshandelingen. Je kon nog naar de radio luisteren naar de Engelse zender, al was het door toedoen van de Duitse stoorzenders soms haast onmogelijk het nieuws te verstaan. Toch bleef men zo op de hoogte en er werd veel naar radio Oranje geluisterd, en de stem uit het vrije Engeland gaf de mensen toch wat hoop. Vaak luisterde ik naar de Engelse zender: "Hier is Londen, de stem van strijdend Nederland.". In veel talen bracht deze zender dagelijks het nieuws. Ik herinner me nog goed "lei Londre", in het Frans en na het nieuws in het Nederlands volgde het Italiaans. Toen in mei 1943 alle radiotoestellen ingeleverd moesten worden kwam ook hier een eind aan. De meeste toestellen werden ingeleverd en belandden op de zolder van de bakkerij van G.Jongens. Enkelen verstopten hun toestel maar het werd gevaarlijk om te luisteren. De kranten brachten alleen het Duitse nieuws dus moest men het doen met geruchten en met illegale krantjes. Soldaten, Zaanlanders en Amsterdammers De bezetting duurde voort, steeds weer nieuwe troepen kwamen. Andere, wat opgeknapt en uitgerust vertrokken weer naar het Oostfront. Het aantal, maar ook de aard van de soldaten wisselde nogal. Soms waren er die blij waren hier weer tot rust te komen, ook waren er fanatieke SS-eenheden, en Toteskopf regiment, dan was het zaak wat uit hun buurt te blijven. Na de geallieerde invasie in Normandië begon de oorlog ook voor ons een gespannen vorm te krijgen. De Duitsers begonnen steeds strenger op te treden. Tijdens de winter van '44-'45 waren er zelfs tijdelijk soldaten uit Oost Europa, zogenaamde Mongolen, in het dorp gelegerd, als uitkijk post gebruikten deze de kerktoren. Eens was er in het dorp een groep gelegerd die iedere morgen vroeg moest sporten. In draf gingen ze dan de Wijzendweg in. Voorop een jonge officier in sportkleding en op gympies, daarachter de groep, wat ouder en in uniform en op legerlaarzen. Onze plee stond toen nog bij de weg boven sloot en een van de mannen had deze gelegenheid ontdekt en ging iedere morgen hier naar binnen en wachtte daar de terugkomst van de groep af en sloot zich dan weer bij hen aan. Ook werden soms oefeningen gehouden in het dorp en op sommige plaatsen werden loopgraven gemaakt, o.a. aan de voet van de Westfriese dijk. De daarvoor benodigde schoppen en spaden werden bij de bouwers gehaald. In de zomer van 1944 moesten er versterkingen gemaakt worden rond het dorp. Een hele ploeg arbeiders uit de Zaanstreek en Amsterdam Noord kwam iedere morgen met het spoor in Schagen 27

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1995 | | pagina 27