men hier nog niet zo veel. Wel iedere nacht overvliegende Engelse vliegtuigen, met afweergeschut en zoeklichten boven Den Helder en zo nu en dan vielen er ook wel bommen. In de vroege ochtend van 25 november 1940 was er een luchtgevecht en stortte een Engels vliegtuig neer dicht bij de Selschardijk. Steeds meer geboden, verboden en regelingen werden ingesteld. Het koper en zilvergeld werd in 1941 ingenomen en in plaats daarvan kregen we zinken munten van 1 - 2 1/2 - 5 - 10 en 25 cent. In juli 1941 moest men al het koper inleveren, het merendeel verstopte men. Later moesten de kerkklokken er aan geloven, ze werden uit de torens gehaald. Hiervoor in de plaats werd een melkbus in de toren gehangen, later gevolgd door een stuk spoorrails. Het geluid was slecht en alleen vlakbij kon je er nog wat van horen Voor alle land- en tuinbouwprodukten werd leveringsplicht ingesteld. Ook kool viel onder die verplichten en tijdens de wintermaanden moest men wekelijks een gedeelte afleveren. Tabak Behalve de levensmiddelen begon ook bij velen de schaarste aan tabak een probleempje te worden. Zelf tabak telen, dat was de oplossing. Ik wilde dat ook wel proberen en op de markt kocht ik wat planten, misschien een 25 stuks. In de tuin groeiden ze als kool, er kwamen veel en grote bladeren aan, maar ze waren niet geschikt voor rooktabak. In het voorjaar van 1941 las ik in het blad 'De Tuinderij' een advertentie waarin een zekere Albers uit Druten in het land van Maas en Waal proefpakjes tabakzaad te koop aanbood. Dit door ir. Slits gekweekt ras was geschikt voor teelt in Nederland. Na toezending van f 1,- ontving ik een pakje originele ir. Slits No. 25. Ze werden in een kistje gezaaid, in een broeibak verspeend en later op het land uitgeplant. Het telen van tabak was niet moeilijk, alleen de wind gaf veel problemen. Er kwam een gewas in de handel, de aardpeer, de zogenaamde 'topinambas' dat waren knollen die erg snel groeiden en dan een goed windscherm vormden. Het enige nadeel was dat men er meestal te laat wat aan had, het volgend jaar hebben we dan ook een windscherm van rietmatten gemaakt. Het gewas groeide goed en ondanks wat windschade konden we een flinke partij bladeren plukken en drogen aan lijnen in de boet. Maar om er een rookbaar produkt van te krijgen kwam er meer bij kijken. Dezelfde heer Albers bood echter ook de mogelijkheid om de geteelde bladen te laten bewerken. Men werd dan als amateur tabakker geregistreerd en men kon dan de bladeren gebundeld, voorzien van een label met registratienummer opzenden naar de tabaksfabriek 'de Waal' te Zaltbommel. Iedere partij werd apart behandeld en men kreeg zijn eigen tabak na fermentatie en verwerking terug. Vader wilde wat tabaksbladeren terug om sigaren te kunnen maken. Dat kon ook en de eigen bosjes kwamen dan weer terug. Later toen de aanvoer te groot werd deed men dat niet meer en de produkten werden toen gekeurd en in klassen ingedeeld. De planten leverden behalve blad ook veel zaad op, één theelepeltje bevatte duizenden zaadjes. Dit zaad heb ik geoogst en het volgende voorjaar verscheen van mij een advertentie in de Schagercou- rant: Te koop tabakszaad ir Slits No 25, 1 gulden per pakje. Uit de wijde omtrek kreeg ik klanten en zodoende heb ik zeer velen geholpen met hun eigen teeltje. Tot in de herfst van 1943 kon de verzending naar Zaltbommel nog wel geschieden, maar het volgende jaar ging dat niet meer en brachten we het spul zelf naar Hoorn, naar de tabaksfabriek van Pool. De teelt van tabak werd zeer professioneel begeleid. Ten gerieve van de amateurs werd zelfs een krantje 'De Tabaksplant' uitgegeven wat twee maal per maand verscheen. Vader rookte met smaak zijn pijpje, maar ik zelf was geen roker en om de voorraad toch een bestemming te geven besloot ik om maar wat te gaan verkopen. De belangstelling was zeer groot en ik maakte pakjes van 50 gram en voor 6 gulden had ik vele klanten. Op 1 november 1944 ging ik op mijn fiets met anti-plof banden, voor- en achterop grote zakken met bladeren, naar Hoorn, naar de firma Pool. Onderweg langs de latere A.C. de Graafweg kwam ik toen al veel mensen op fietsen en bakfietsen tegen op weg naar de Wieringermeer. Bij ons hadden we dat nog niet gezien. 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1995 | | pagina 25