het na huijs brengen van Grietje Pieters dienstmaagd bij Willem Koos mede op Tuijtgenhorn wonende, in soo verre dat den een tegen den ander seijde: "ik wed om twee flesse wijn als dat ik de meijd sal thuijs brengen", en den ander wederom "ik sal de meijd thuijs brengen waarop Claas Backer verder seijde: "kom wij sullen geit setten gelijk hij terstond dede, waarop gemelde Willem Cornelisz. seijde: ik heb soo wel geit als jij", halende uijt sijn sak een buultje met geit, waarop Pieter Cornelisz., de broeder van Willem Cornelisz., seijde: "kom houw jou geit in je sak, het is pas een s^aak om rus ie te maken, ben jijluij niet wijser, sal ik wijs er wesen daarop genoemde Claas Backer in gramme moede seijde: neem stouw het er voor op", gevende hem terstond een klap aan sijn hooft, waarover Pieter Cornelisz. hem Claas Backer aangreep, hem op de grond neder go ij de, dog op voorspraak der omstanders em sonder enige molesten aan te doen aanstonds opliet. Z ij heihuizen anno 1910, het gehucht waar het voorval tussen Willem Cornelisz. en Claas Bakker plaatsvond. dit dog niet genoeg sijnde heeft genoemde Claas Backer het mes getrocken en hem Pieter Cornelisz. een sneed gegeven in sijn hoed gaande langs sijn wangh dog van weijnig belang, is verder aangevallen op Willem Cornelisz., die ook toebrengende vijff - 11 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1995 | | pagina 13