door kleurloos glas. De kerk werd niet alleen aanmerkelijk kleiner, ook het uiterlijk van de kerk kreeg door deze veranderingen een somber aanzicht. RELATIE TUSSEN DE AMBACHTSHEER EN DE KERK: Het beheer werd in de publieke kerk -dus tot 1 795- uitgeoefend door kerkmeestersNog voordat de gereformeerde kerk als de publieke was erkend, hadden de Staten van Holland op 2 maart 1575 bepaald "dat voortaan bij de magistraaten en de regeerders van alle steden, dorpen ende vlecken alle jaers kerckmeesteren gestelt ende geordonneert sullen werden". Het kerkmeesterschap bij de gereformeerden was dan ook geen kerke- lijk ambt. De kerkmeesters in Harenkarspel werden door de ambachtsheer of vrouwe geeligeert en geapprobeert en legden aan hun ook verantwoording af. Het kerkmeesterschap was een gewichtige post, er werden dan ook vertrouwde personen aangesteld. Het beheer betrof niet alleen het geld, maar ook de werkzaamheid in en aan de kerk. Van 1663 tot 1695 worden twee personen aangesteld "tot kerckmeesters van de grote kerck" en twee personen "tot Harenkarspel, gezicht op de kerk, H. Tavenier, 1791. - 20 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1994 | | pagina 22