Nieuwendoorn te wijten is aan een dijkdoorbraak op het eind van de veertiende eeuw. Uit het archeologisch onderzoek, dat in de jaren zestig werd uitgevoerd, kwam naar voren, dat de gracht van de dwangburcht dichtgeslibd was na een overstroming in dit gebied. Frans Dieder ik geeft in zijn boek "Archeologica" een geheel andere theorie weer. Hij veronderstelde dat het huis ten Nieuwendoorn werd gebouwd vrijwel tegen de dijk aan. Zolang de dijk laag was, zal dat alleen maar voordelen opgeleverd hebben voor de bereikbaarheid, maar toen de dijk tot flinke hoogte werd opgeworpen, begon de dijk een strategisch nadeel te vormen voor de verdediging van de dwangburcht. Hoogwaarschijnlijk had men de dijk over een lengte van bijna vijfhonderd meter weggegraven, en met een scherpe knik, om de dwangburcht heen, naar buiten toe gelegd. De dijkomligging is ook anders van vorm dan men heeft aangelegd na een dijkdoorbraak; er ligt ook geen doorbraakkolk achter de dijk en zelfs het (ononderbroken) verloop van de oude dijksloot is nog steeds goed zichtbaar. Op deze manier heeft Dieder ik de theorie dat, de verdwijning van de dwangburcht te wij ten zou zijn aan een dijkdoorbraak, naar mijn mening, voldoende weten te weerleggen. In het onderzoek dat in de jaren zestig werd uitgevoerd, kwam naar voren dat de waterput onbruikbaar was gemaakt, omdat deze was volgegooid met mest. De onderzoekers hadden de opvatting dat dit gebeurd zou zijn tijdens de opruiming van de resten van het huis ten Nieuwendoorn, erg waarschijnlijk lijkt mij dit echter niet. De waterput zal bewust buiten gebruik gesteld zijn, en wel voor de afbraak, mest was immers op de voorburcht van de dwangburcht aanwezig. Over de reden waarom dit gebeurd zou zijn kunnen we alleen maar in het duister tasten. Misschien was de verdwijning van het huis ten Nieuwendoorn wel niet zo spectaculair als wel v e r o n d e r s t e 1 d word, maar was de dwangburcht voor de graaf van te geringe betekenis, en een te grote onkostenpost geworden. De Rekere was sinds de dertiende eeuw begonnen te verlanden, het gevaar van Westfriese zijde was van weinig betekenis meer. Daarnaast waren de grafelijke kassen slecht gevuld, mede omdat de grafelijke rentmeesters in de tweede helft van de veertiende eeuw lange tijd moesten afzien van het innen van pachten en andere inkomsten, omdat de landerijen door verzilting geen baten meer afwierpen. Omdat Het huis ten Nieuwendoorn voor de graaf van weinig betekenis was geworden zou de dwangburcht best weieens gesloopt kunnen zijn om kosten te besparen, een sluitende verklaring is dit echter niet, er zouden ook andere oorzaken kunnen zijn voor de verdwijning van het huis ten Nieuwendoorn, misschien dat verder onderzoek nog eens een antwoord op deze vraag zou kunnen geven. "EENIGENBURG" - "NIEUWENDOORN": Met de vraag, hoe het kon gebeuren dat voor een en hetzelfde kasteel, twee namen werden gebruikt, hebben in een vrij recent verleden zich al enkele schrijvers bezig gehouden, we zullen er hier dan ook niet te diep op ingaan. Als we de oude kronieken er op naslaan, komen we er achter dat, alleen Melis Stoke melding heeft gemaakt van een dwangburcht te Nieuwendoorn, alle andere kroniekschrijvers maken, in navolging op Johannes de Beka, melding van kasteel Eenigenburg. - 12 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1994 | | pagina 14