heeft hij het huis ten Nieuwendoorn tot zijn dood in 1342 in bewaring gehouden, zekerheid hierover hebben wij echter niet, aangezien de rentmeesterrekeningen pas beginnen met 1343/44. In ieder geval ontmoeten we in 1343 een andere slotvoogd Boud ij n Jan Baerts, een bastaardzoon van Jan Barthoudsz. van Schoten. Uit de rentmeestersrekeningen blijkt dat Boud ij n in de periode 1 343/44 voor zijn diensten werd beloond met 30 pond in het jaar. In de rekening van 1344/45 wordt hem een bedrag uitgekeerd voor van "woensdachs voir sinte Clements dach tote sonnendaghes voir sinte Bartelmeze daghe toe. Dat zijn 39 weken, 4 daghen. sjaers 30 ma iet 22 16 sc. 6 d. 2m.". Van een overeenkomst met de graaf viel niets te achterhalen, maar uit de rekening bi ij kt, dat de kosten van onderhoud voor rekening van de graaf kwamen. In die zelfde periode 1344/45 brengt Jan van Egmond voor de kosten en onderhoud van de dwangburcht een bedrag van 65 pond 9 schellingen en 10 denarien in rekening. Het huis ten Nieuwen doorn was dus, zoals blijkt uit de gegevens, overgegaan in de zorg van de heer van Egmond, maar bleef grafelijk bezit. In de rekening van 1345/46 komt naast "timmeringe van Nuwendoren" voor: "item van den heren van Egmond ghegheven alse van sinen wedden van den huse te Nuwendorne te verwaren van tsonnendaghes vor sente Barte1 meisdaghe int jair 44 tot tsonnendaghes vor sinte Barte 1 meisdaghe int jair 45. Dat maict een heil jair 30 De nieuwe slotvoogden kregen hun "salaris" rechtstreeks door de rentmeester van de graaf uitbetaald, maar hun declaraties voor onderhoudskosten van de dwangburcht werden meteen uitbetaald aan degenen die onderhoudswerkzaamheden hadden verricht. Deze liepen dus niet over de slotvoogd. In iedere grafelijke rekening vindt men wel melding gemaakt van betaling van onderhoudskosten. De heer van Egmond had het drukker met zijn baan dan hij wel gedacht had, en daarom werd zijn "salaris" van 30 pond per jaar verhoogd met 10 pond en zo op 40 pond gebracht. Voor de laatste maal vinden we dit tractement aan hem uitbetaald in de rekening van 1366/67. Na dit jaar is er geen spoor meer van de burcht in de archieven teruggevonden. In de grafelijke beveelboeken, die lopen van 1392 tot 1418 en waarin herhaaldelijk kasteleins voor grafelijke kastelen worden aangewezen, is geen enkele maal sprake van het huis ten Nieuwendoorn. Het feit, dat het huis ten Nieuwendoorn na 1367 geheel en al is verdwenen en vergeten, bewijst dat de burcht in het dwangsysteem van de latere graven van Holland geen functie meer had. WERD HET HUIS TEN NIEUWENDOORN NOGMAALS VERWOEST? Bij een onderzoek in het voorjaar van 1989 werd een "Siegburg"- kan van rond 1400, gevonden in de bovenvulling van het huis ten Nieuwendoorn. Het kannetje werd hoogstwaarschijnlijk door een van de slopers meegenomen, maar raakte tussen de stenen van de afbraak van de dwangburcht gebroken. Hieruit kunnen we concluderen dat de sloop rond 1400 al in volle gang was. Ook het feit dat de dwangburcht na 1392 niet meer in de grafelijke boeken vookomt, wijst erop dat het huis ten Nieuwendoorn tussen 1367 en 1392 is opgehouden te bestaan. Algemeen wordt aangenomen dat de verdwijning van het huis ten - 11 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1994 | | pagina 13