Omringd ij k van betekenis omdat zij in de loop der tijd nogal wat
veranderingen hebben ondergaan. Het bui tend ij kse land is afge
kalfd en weer aangegroeid, de wielen zijn in de loop der tijd
enigsints van vorm veranderd, de kleiputten zijn beurtelings
open gehaald en weer met grond gevuld en de historische trace's
hebben vergeleken met vroeger ook enige veranderingen onder
gaan.
Beeldbepalend in het Noord-Hollandse polderlandschap zijn deze
elementen door hun continuite it.
Voor wat betreft de historische trace's hebben deze grotendeels
nog historisch-ruimtelijke betekenis als scheiding tussen oud
en nieuw land, waardoor zij een essentieel deel uitmaken van
het omringende dijklandschap.
Tenslotte zal de monumentale bescherming van het buitend ij kse
land een nadere bescherming van de Omringd ij k zelf ten goede
komen, aangezien activiteiten op dit land meestal verregaande
consequenties voor de dijk hebben. Hierdoor wordt tevens bij het
verleden aangesloten, toen men het voorland beschermde om de
dijk te kunnen behouden.
DE BUITENDIJKSE LANDEN:
De Westfriese Omringdijk is oorspronkelijk aangelegd met veel
voorland ervoor. Dit was in de periode waarin men begon met
dijkenaanleg, vermoede! ij k de 12e of 13e eeuw, dé methode om d ij ken
te bouwen. Het voorland diende om de slag van het water te
breken. In de loop der tijd is veel voorland vergroot door aan
was dat, eenmaal voldoende opgeslibd, rijp voor bedijking was.
Er werd dan een zomerkade, een lage dijk, omheen gelegd die
behalve voor de bescherming van het aangewassen land ook nog
als buffer voor de eigenlijke zeedijk diende. Anderzijds kalfde
het voorland na verloop van tijd vaak geheel af en werden er
door het zeewater zulke aanslagen op de hoofddijk gepleegd, dat
deze op een gegeven moment niet meer te houden was. Men legde
dan achter deze dijk een andere, een inlaagdijk. Hierdoor werd
het land dat oorspronkelijk binnendijks lag tot voorland. Helaas
is voor de Westfriese Omringdijk vooral aan de IJsselmeerzijde
het laatste voorbeeld van het creëren van voorland het meest
het geval geweest. Het dijktracé bestaat daar voor het grootste
deel uit inlaagdijken, meest van vóór 1600 daterend met voorland
als het aangewassen bedijkte land maken deel uit van de wordings
geschiedenis van het tracé van deze dijk hier en zijn zodoende
daarmee onverbrekelijk verbonden.
DE WIELEN:
Wielen zijn doorbraken van de zee in de dijk en hebben in de meeste
gevallen een ronde of ovale vorm. In een enkel geval zijn zij
langwerpig doordat zij, oorspronkelijk ovaal, tenslotte zijn overge
gaan in aansluitende sloten. Deze wielen zijn vaak zeer diep
doordat het zeewater deze stroomgaten meestal behoorlijk heeft
uitgeschuurd. Wanneer deze doorbraken in een dijk weer gedicht
zijn, ontstaat er door hun ronde vorm een bochtig verloop van
de dijk. Zo hebben deze doorbraken ook het tracé van de Omringdijk
bepaald en zijn dus ten nauwste mee verbonden. De meeste wielen
van de omringdijk zijn aan de westelijke en noordel ij ke zijde van
- 15 -