De op de rechterflank uitspringende kleine rechthoekige toren diende zonder twijfel in zijn geheel als in de gracht uitgebouwd privaat. Langs de binnenkant van drie z ij den bevonden zich funderingsresten van dwarsmuurtjes, (voor zover die niet door hoofdtoren waren afgedekt). Deze dwarsmuurtjes waren de voetpunten van steun beren, die een weergang gedragen hebben. De weergang was een tamelijk brede weg achter de kantelen van de ringmuren, waarover de verdedigers zich snel en doeltreffend konden verplaatsen. Waarschijnlijk is langs de linkerzijde, tussen woonvleugel en hoofdtoren, de weergang pas later gebouwd, hier vond men nog houtresten, waarop de de steunberen gefundeerd waren geweest. Een tweede woonvleugel, vermoedelijk ook van latere datum, bevond zich in de rechterhoek bij de toegangspoort en uitgebouwd privaat. Men zal op een niet te bepalen moment de behoefte hebben gehad aan nog meer woonruimte dan er op dat moment al aanwezig was. De gehele buitenmuur bleek bij nader onderzoek op hout gebouwd te zijn, er was niet geheid, men had een andere versteviging van de grond toegepast. In de lengte van het muurwerk was een laag stammetjes in de klei gelegd, dwars daarop lag een tweede laag stammetjes en daar overheen lagen planken van 3 centimeter dik ter breedte van de fundering. Pas op deze onderlaag van hout was men begonnen het muurwerk op te trekken, met nog een paar zogenaamde versn ij dingen, om de druk van de steenmassa op een breeder grondvlak over te brengen. Uit het onderzoek aan het grondprofiel van de grachten bleek dat het water niet tot aan de muren heeft gestaan. Een kort talud beschermde het metselwerk tegen de voortdurende inwerking van het water, die vooral in de winter bij bevriesing een ver nietigende uitwerking op de wel taaie, maar toch vrij zachte baksteen zou hebben gehad. De bij de bouw gebruikte soort baksteen wordt meestal "klooster moppen" genoemd, misschien dat het in dit geval ook letterlijk het geval was, want uit bewaarde kronieken van friese kloosters is gebleken, dat Floris V de baksteen (met ongeveer een afmeting van 30/31 bij 14,5 bij 7 tot 10) voor zijn dwangburchten ten dele in friesland heeft laten vervaardigenOf deze bakstenen ook daadwerkelijk door monniken zijn vervaardigd is niet echt meer na te gaan De plattegrond van de dwangburcht kan zowel van Engelse als van Franse oorsprong zijn. Floris V onderhield nauwe betrek kingen met het Engelse hof en met name met koning Eduard (1272 - 1 307), die een grote naam had als b u r c h te n bo u werDe graaf had echter ook nauwe betrekkingen met Frankrijk, ook daar was de vestingbouw sinds het eind van de 12e eeuw sterk tot ont wikkeling gekomen In ieder geval is duidelijk dat de graaf open stond voor nieuwe denkbeelden op zowel militair gebied als op vestingbouwkundig gebied. Bij de opgravingen kwamen niet alleen de funderingen en grond sporen te voorschijn, maar er werd ook een hoeveelheid aan huis- - 11 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1994 | | pagina 13