HET HUIS TEN NIEUWENDOORN Over "het huis ten Nieuwendoorn" zijn in de loop der jaren meerdere artikelen verschenen, toch blijkt er nog steeds behoefte te zijn aan informatie betreffende de geschiedenis van deze dwang- burcht, hopelijk dat dit artikel voor een gedeelte in die behoefte voorziet. DEEL 1. INLEIDING: Eeuwen lang hebben de resten van "het huis ten Nieuwendoorn" verscholen gelegen, elke herinnering eraan was verdwenen, zelfs in overleveringen kwam niets meer voor. Wel heette een aantal landerijen langs de oude Westfriese zeedijk tussen Eenigenburg en Krabbedam nog "de nieuwe deuren", maar associaties met de verdwenen dwangburcht werden niet gemaakt. In het voorjaar van 1948 werd dit plotseling geheel anders, de heer Biersteker, die dag aan het ploegen, haalde puin en zelfs complete rood gekleurde bakstenen van groot formaat, zogenaamde kloostermoppen, naar de oppervlakte. De heer Bier steker, geheel niet blij met deze vondsten, nam een paar stenen mee naar huis en legde deze op zijn erf neer. Daar trokken ze de aandacht van de heren Westra en Lutjeharms, die herkende de bakstenen als zogenaamde kloostermoppen, en werden nieuws gierig. De amateur-oudheidkundigen gingen, met toestemming van de heer Biersteker, aan het spitten en legden in korte tijd een stuk muurwerk bloot van ongeveer 30 meter lengte en van één meter breed. Het onderzoek moest echter afgebroken worden, er moest weer worden geplant en gezaait, het bloot gelegde muurwerk werd weer toegedekt met grond. Toch hadden de heren Westra en Lutjeharms begrepen dat ze hier te maken hadden met de in opdracht van Floris V gebouwde dwangburcht "het huis ten Nieuwen doorn", en daarmee was nu ook de tot dan toe niet meer begrepen naam van de landerijen "de nieuwe deuren" verklaard. In 1960 kreeg de archeologie een nieuwe kans, de rui1verkave1ing van de Ringpolder was in volle gang, ook de landerijen van de heer Biersteker waren in dit plan opgenomen. Tijd dus voor een groot onderzoek, dat nu werd uitgevoerd in samenwerking met o.a. de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (R.O.B.) in Amersfoort en de archeologische werkgroep van het historisch genootschap "oud West Friesland". Op 8 maart 1 960 werd een aanvang gemaakt met de opgavingen die met een gunstig resultaat werden afgesloten in het eind van april van dat jaar. In zowel 1961 als in 1963 volgden nog een naonderzoek, om toch nog een antwoord te vinden op de opgekomen vragen die waren onstaan na de eerste opgraving. Voordat we een kijkje nemen in de geschiedenis van het huis ten Nieuwendoorn en zijn bewoners, zullen we eerst eens k ij ken wat er over de dwangburcht via opgravingen aan het licht is gekomen. - 8 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1994 | | pagina 10