OUDE BEROEPEN VAN "MENSEN LANGS DE WEG".
Orgeldraaiers, accordeonnisten, kassie-venters, poepies-lappen en visverkopers.
In het vorige verenigingsblad en in verschillende dorpskrantjes hebben we al eens geatten
deerd op het grote aantal mensen, wat in vroeger tijden langs de deur kwam om een boter
ham te verdienen. De enigen, die me nu te binnen schieten, die dat vandaag de dag nog
doen, zijn de groente- en bloemenverkopers en je kan daar ook de SRV wagen nog bij be
trekken.
Heel bekend en nu nog op straat waren de draaiorgels. In de steden staan of rijden ze nog
door hele drukke winkelstraten (veel volk) bij bepaalde evenementen mogen ze ook nog op
draven b.v. bij de intocht van Sint Nikolaas of andere coryfeën. Je kunt het je ook moeilijk
meer voorstellen, met het verkeer van tegenwoordig. In de jaren na de 2e Wereldoorlog was
het vrij snel afgelopen met het bezoek van de mooie, met poppen en trommels versierde
orgels. Voordien verschenen ze regelmatig, er zat toen nog geen motortje op om de zaak in
beweging te zetten. De man, die het wiel draaide stond op een soort treeplank en draaide
dan weer met z' n rechter dan weer met z' n linker arm het wiel in de rondte. Het was zwaar
werk en het kwam natuurlijk ook op gelijkmatigheid aan. Je kon de on- en de ervaren man er
meteen uit aan het geluid van de muziek. Het orgel werd meestal getrokken door een paard
je ook wel "ket" genoemd en de centen, want meer was het meestal niet, werden opgehaald
door één of twee mensen, die met het bekende koperen bakje langs de huizen gingen.We
kunnen ons natuurlijk een ydillisch plaatje voor ogen zetten, van een mooie stille zomermor
gen, een praktisch verlaten straat in ons dorp, het mooie geluid van het draaiorgel, dat tot in de
huizen doordringt, de bewoners die even naar buiten gelokt worden. De keerzijde was na
tuurlijk het karige loon dat deze "muzikanten" ophaalden.
Leuk om te weten is dat de Heer K Quant uit Warmenhuizen in zijn vrije tijd zelf een draaiorgel
gebouwd heeft en er komt perfect muziek uit.
Andere muzikanten, die spelend en soms zingend langs s-Heren dreven trokken waren de
accordeonnisten. Er is al eens geschreven over ene Klaas Blokker, niet de meest begaafde
in dit genre, maar we! iemand, die het lang heeft volgehouden. Hij kwam vaak deze kant uit,
wat misschien ook te maken had met zijn nicht, die in Warmenhuizen woonde, de Weduwe
KI. Schipper-Smit. Een meester op zijn instrument was wel ene Rees uit Alkmaar Die be
speelde een prachtige knop-accordeon en wenste daar ook voor betaald te worden. Centen
nam hij niet aan, het moest minimaal een vierduit of plak (=2 1/2 cent) zijn. Dat hij hier en daar
kon doorlopen omdat de mensen dat geld niet konden of wilden missen nam hij op de koop
toe. Evenals het gegeven dat hij wat "moelijke muziek" uit de "trekkast" haalde. De meeste
dorpsbewoners hoorden liever een meezinger of een smartlap.
Ook heel bekend langs de huizen waren de z.g. "kassie-venters". Meestal mannen, maar er
waren ook vrouwen, die dit werk uitoefenden. Ze liepen met een soort houten koffer, die van
binnen ook nog weer in verschillende vakken verdeeld was. Deze mensen hadden als het
ware een klein warenhuis bij zich. Knopen in vele soorten, naaigaren, elastiek, wol, sajet om
kousen te stoppen, scharen, messen, kamferballen, muizevallen, vliegenvangers (geen
meppers, maar lange kleverige slierten, die aan de zolderbalk geprikt werden), vorken en le
pels, gewone en piete-kammen, enz,enz. Het was aitijd een belevenis als de man of vrouw
het kassie voor de deur opendeed en in razende vaart zijn of haar waren aan begon te prij
zen. Meestal was er wel iets nodig en anders deed de verkooptechniek de huisvrouw beslui
ten toch iets aan te schaffen, wat ze eigenlijk nog niet nodig had.
Dicht in de buurt van de kassie-venter kwam de "poepies-lap". Een merkwaardig woord, dat
volgens insiders afkomstig is uit de tijd dat Duitse Poepen)-verkopers naar Nederland
kwamen om textiel te verkopen. Poepies-lap zou je Westfries kunnen noemen voor Duitse
textielverkoper.
Deze mensen kwamen soms met een kar, maar meestal met een grote zak op hun rug, langs
de deuren en probeerden stof voor jurken, schorten, broeken, overhemden enz. aan de
vrouw te brengen. Zakdoeken en kousen hoorden meestal ook bij hun uitrusting.
5