LLNIQ LICKIN DL DLLIS7LRL PRAHIIjHLN VAN NLLLIjt DL BOLR.
BelevennlAAen op Achnljt ge.óte.IcL, op 21 met 1860doon notanlA
A. P. cLe Lange, uit de venklanlngen van de 18 janlge noodhulp
dlenAtLode jantje Ka/it, op dat moment 10en.kz.aam te 7uitjenho/in
Lij. de heen. Pleten Blokdijk,
jantje Kant venAcheen Aamen met haan vaden jacoL Kant, Lij notanlA
de Lange, om een akte deelanatoln (1op te laten maken,
jantje wilde eenlge mededelingen doen oven voonvallen die zij
had ondenvonden en die haan ten kennlAAe wanen gekomen, m,L,t,
Antje Hoonn, weduwe van Anlen Peetoom, wonende te Valkoog onden
de gemeente Sint Haanten, en Neeltje de Boen, hulAvnouw van
HlaaA Hoonn, wonende te Halvendijk, aanvangende met de Halven-
dijken kenmlA 1858.
Antje Hoonn wend op dlnAdag van Halvendijken kenmlA a mongenA
In alle vnoegte uitgenodigd doon Neeltje de Boen, om In haan
HuIa te Halvendijk aan Antje een AchuldlewijA te 0 venhandlgen,
waanop Antje zei: "hetgeen Ik u Achuldlg Len, Lednaagd zeken
geen hondend gulden"daanop wend doon Neeltje gezegd: "welnu,
Atellen wij dit op hondend gulden en Atellen wij vijjLhondend gulden
voon een en-jdeel, dan maakt dat zeAhondend gulden, teken daan
dan voon"maan Antje dunj.de dit niet te doen, ze waA Lang dat
jan Peetoom en Dlnk van den al haan dit kwalijk zouden nemen
Neeltje oppende eehten dat ze moeAt tekenen en dat ze het wel
atil zouden houden tot ze waA ovenleden, dan kwamen ze het niet
te weten, daanop Legon Antje te hullen,
Qedunende lange tijd eehten heejt Neeltje aangednongen dat Antje
toch maan moeAt tekenen, zonden dat Antje daanop haan goedkeunlng
gaj, uiteindelijk zei Neeltje: "nu zullen wij Dlnk HwanteA laten
halen, die wel meen gewoon Ia zulke LnlejjeA te Achnijven"daan
op zond zij haan klelndochten Neeltje Vendwaald naan Dlnk HwanteA,
die om tien uun In de mongen kwam opdagen, en vnoeg wat en voon
hem te doen waANeeltje zei daanop"wij apneken 0 ven zulk een
ding, Ik moet hondend gulden van Antje Hoonn heLLen, en nu zou
Ik gaanne nog vijjhondend voon een enjdeel heLLen, Achnijj nu
een Atuk van zeAhondend gulden, dan moet Antje Hoonn het maan
tekenen"Antje hield zich Lij dit alleA geheel Atll, Dlnk Achneej
dit Lnlejj e uit, 0 ndenwijl zei N eelt je tegen Dlnk"zeg van dit
alleA nletA aan ConnellA Vendwaald, die Lehoejt en nletA van
te weten"nu ventnok Dlnk en kwam na etenAtijd tenug, Ik waA
toen evenalA a mongenA alleen met Neeltje de Boen en Antje
Hoonn In hulA, Dlnk gaj een paplen aan Neeltje, die het In Atllte
laA, en het haan goedkeunlng hlenvoon gaj, daanna lag ze het
paplen voon Antje op tajel met de woonden: "teken nu"Antje
zei dat ze dat niet gnaag deed, maan Neeltje en Dlnk HwanteA
zelden Lelden: "je kunt wel tekewtnjwij houden het Atll"daanop
nam Antje de pen ten hand, tegelijkertijd zeggende dit kan Ik
niet doen, Neeltje pakte toen een lel en gnljjel en Achneej
letA op de lel, daanna Acheen Antje dat te willen naAchnijven,
16