PERSBERICHT Vragen over vroeger handleiding voor het maken van historische interviews Steeds meer mensen zijn geïnteresseerd in de geschiedenis van de eigen streek of van de eigen familie. Dit blijkt wel uit de meer dan 1000 historische verenigingen die Nederland rijk is en uit de vele stamboomonderzoekers die de archieven tegenwoordig bevolken. Deze amateuronderzoekers hebben over het algemeen weinig ervaring met het doen van historisch onderzoek, er is daarom veel vraag naar praktische handleidingen op dit terrein. Vragen over vroeger; handleiding voor het maken van historische interviews voorziet in een leemte. Tot nu toe was geen goede Nederlandstalige handleiding beschikbaar. Daarin is nu dus verandering gekomen. Het interviewen van (oudere) mensen is een zeer directe manier om iets over het verleden te weten te komen. Vaak is het zelfs de enige manier als je bijvoorbeeld vooral geïnteresseerd bent in de geschiedenis van het dagelijks leven: daarover is immers maar weinig schriftelijk materiaal overgeleverd. Als je iets wilt weten over het buurt- of dorpsleven in de tijd dat je grootmoeder er opgroeide dan is de meest aangewezen methode de mensen te interviewen die het allemaal nog hebben meegemaakt en er vaak kleurrijke verhalen over kunnen vertellen. Ook over meer intieme en controversiële onderwerpen zoals het gebruik van voorbehoedsmiddelen of bepaalde rituelen rondom de dood kun je op deze manier heel wat te weten komen. Ogenschijnlijk is het heel eenvoudig mensen over vroeger te laten praten. Het maken van een goed historisch interview is echter een vak apart. Dit boek wil wijzen op de vele valkuilen en moeilijkheden waar je op kunt stuiten en waarmee iedere (amateur-) onderzoeker terdege rekening moet houden. Deze handleiding is bedoeld voor beginnende (amateur-) onderzoekers maar ook voor geschiedenisstudenten en afgestudeerde historici die voor hun eerste interview vooral behoefte hebben aan een praktisch verhaal over de concrete problemen waarmee je zoal geconfronteerd kan worden. Naast allerlei technische zaken (bijvoorbeeld met betrekking tot de opnameapparatuur) is het vooral zaak de goede vragen te stellen en vervolgens goed te luisteren. De onderzoeker moet nauwkeurig in de gaten houden wat hij te weten wil komen en mensen dus niet ongericht over van alles en nog wat laten praten. Daarnaast moet hij zich bewust zijn dat het menselijk geheugen een vertekend beeld van het verleden kan opleveren. Mensen kijken terug vanuit het heden; voor zaken die hen vroeger erg bezighielden hebben ze nu misschien geen belangstelling meer. Omdat we tegenwoordig bijvoorbeeld veel losser en directer over seksualiteit praten is het misschien moeilijk om voor te stellen dat het er vroeger veel moeizamer aan toeging en er in ieder geval minder gemakkelijk over gepraat werd. Nare dingen die de geïnterviewde vroeger meegemaakt heeft kunnen uit de herinnering zijn verdrongen, 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1993 | | pagina 14