Warmenhuizen, januari 1993.
VADER'S SLAPELOZE NACHTEN
De belevenissen van mijn vader, Klaas Quant uit Warmenhuizen,... 't is lang geledenstaan
mij nog vers in het geheugen. Sommige dingen heb ik nog wel meegemaakt, maar 't meeste
is mij verteld door mijn broers en zusters.
Ik, (Mw A C. Koorn-Quant) was de jongste, toch vindt ik het aardig over deze vroegere tijd
iets te schrijven. In de jaren 1920 - 1940 was er hier in 't dorp nog een lantaarnopsteker en
daar naast had hij de functie van nachtwaker. Zijn naam?.. Reier Mink, en het was dan ook door
Reier waardoor Vader' s nachten werden gestoord.
Als Reier zijn rondgang 's-avonds door 't dorp had gemaakt en er zich geen onlusten of
incidenten hadden voorgedaan, zat Reiers taak erop, en wetende dat Vader licht sliep, kwam
hij met een smoesje of een verhaal, maar in hoofdzaak om een praatje te maken, om de tijd te
vullen. Reier stond dan aan 't voordeurraampje, dat altijd open was, en riep met bromstem;
"Klaas, ben je wakker Waarop vader meteen de bedstee uitschoot zonder moeder
wakker te maken. Wetende dat het Reier was, trok hij meteen z' n kleeren aan, want het zou
wel een langdurig oponthoud worden. Dat wist hij nog van de vorige keren, toen hij ook op
deze manier zijn bed werd uitgerammeld. De ene keer was 't de kraan in 't boerenhuis achter
ons woonhuis. Reier had de zaak dan al geïnspecteerd, en als de kraan drupte, was dat ook
weer een mooie reden om vader te waarschuwen. De andere keer was het een koe, die
stond te blèren en waarvan Reier dacht dat hij moest kalven. Dat werd dan ook weer
doorgegeven aan vader. Maar dat was voor Reier wel leuk, want dan kon hij nog weer eens
lekker kletsen over de nieuwtjes en sensaties in 't dorp.
Deze bewuste nacht was het een andere klus. Reier stond al klaar bij de voordeur om vader
het nieuws te vertellen. "Klaas, ik liep langs je paadje en zag dat het raampje van je kelder
open staat, wat moeten we daar mee aan?" Vader ook gekeken en ja inderdaad het raampje
stond open!., 't Kan wel wachten tot morgenochtend dacht vader, als 't licht is... "Dat risico kan
je niet lopen hoor," en Reier noemde alle nachtdieren, en misschien ook wel inbrekers, die zoo
naar binnen konden komen. "Dan zal ik je toch maar helpen", zei vader, "want ik moet dan in
de kelder wezen om het raam dicht te doen."
Nu dat vond Reier nog weer heel interessant en hij volgde vader door de voordeur de gang
door, om zoo in de keuken te komen, waar 't luik zat. Moeder hoorde van dit alles niets, want
ze lag lekker te slapen. "Nu even helpen Reier," zei vader,want in de hoek is 't luik, en dat
kassie wat er staat moet er eerst af." Dus samen het kastje er af gesleept. Nu het luik open
en vader de kelder in, bijgestaan door Reier met een uilenlampje. Zo was vader dus even
Diogenes de Wijze, die ook met een lichtje in 't hol zat.
"Zie zo", zei vader, "dat is weer klaar, het raampje is dicht, 't luik neer en samen 't kastje weer
op z'n plaats." Vader moest even uitrusten van al dat gedoe. "Goed gegaan", zei Reier, "dat
hebben we ook weer gehad en we zitten even lekker."
"Ja Reier je heb makkelijk praten, maar ik moest er weer vroeg uit, en ik wil nog wel een
poosje slapen. Morgen is 't zondag, en na 't melken verkleden en dan naar de kerk zoals altijd.
Om te zingen bij 't Heerenkoor, dat mag ik niet missen. Dan 's-middags altijd naar Langedijk te
kolven, op de fiets, m'n hele zondag is dan vol". "Ja ja, Klaas, dat is ook zoo, daar had ik niet
aan gedacht. Man, man, wat een druk bestaan heb jij"Maar dat had ik je al eens willen
vragen. Ik ben zoo je weet protestant, maar zou ik dan ook op 't Katholieke Koor kunnen ko
men?" Vader z' n tijd vooruit antwoordde; "Ik dacht van wel Reier, wat zou daarop tegen
wezen Maar ken je wel Latijn of Gregoriaans?". "Dat kan ik niet, maar dat is toch wel te
leeren De Minken zijn niet dom zoo je weet."
"Als je er dan zin in hebt is 't mogelijk", zei vader. "Maar nu nog wat. Kun je eigenlijk zingen,
Reier?" "Nee dat kan ik niet Klaas. Dat is dan wel jammer, want dat is niet te leeren, dat kan je
ofje kunt het niet