Van schoolmeester W G Vellinga uit Warmenhuizen ontving ik onderstaand verhaal wat hij in
1979 in het tweemaandelijks blad van de Afdelingen Alkmaar, Duinkant en Langedijk van de
Alqemene Bond van Onderwijzend Personeel had geschreven.
Meester Vellinga was van 1 september 1949 tot 1 april 1977 verbonden aan de Openbare
Lagere School, Oud Wulpendorp te Warmenhuizen. Hij kwam uit de Beemster.
AANTEKENINGEN VAN EEN SCHOOLMEESTER.
't Is alweer ruim een kwart eeuw geleden. Maar ook in die tijd waren er aktiviteiten in de school,
waarmee teqenwoordig nogal eens aan de weg getimmerd wordt.
Op een daq ontdekte een leerling, die zeer geïnteresseerd was in vogels, een klein vogeltje
in meesters boomgaard. Op school vertelde hij wat hij had gezien en kreeg dus de gelegen
heid om met behulp van diverse vogelboekjes te proberen dit vogeltje te identificeren.
Na schooltijd qingen de vogelliefhebber en de meester, gewapend met vogelboek, zich
verdekt opstellen in de boomgaard. O ja, er ging ook nog een andere leerling mee. Meester
keek wel bedenkelijk, want het was niet bepaald een liefhebber, maarvooruit maar.
Ze hadden qeluk. Al spoedig zagen ze het vogeltje heen en weer vliegen. Na onderling be
raad waren ze het er over eens, dat dit vogeltje een kneutje moest zijn. En daar daverde het
plotseling door de tuin; Ha, ha, ha, KneutEn zo kreeg de meester de bijnaam van
"KNEUT".
Na een paar jaar leek de naam "KNEUT' wel vergeten. Een jaar of tien ging voorbij...
Op een zeker ogenblik werd de meester door een leerling van de andere school begroet
met "Ha, Kneut". Kennelijk had de uitvinder van "KNEUT" zijn uitvinding doorgespeeld.
Kort qeleden is de meester verhuisd. De poes echter liep steevast naar de oude boomgaard
en dronq zelfs het leegstaande huis binnen. Het was haar domein, waar geen andere kat
mocht komen. Met moeite wist de meester haar dan weer te pakken te krijgen en hevig brom
mend en zich verzettend moest ze weer mee naar het nieuwe huis.
De meester met poes trok natuurlijk veel belangstelling van de Jeugd. "Waar woont U me
neer klonk het uit diverse monden. "Och", zei de meester, "ik heb daar gewoond en nu
woon ik daar, maar de poes wil niet meeverhuizen." "Oh", zeiden ze.
Er kwamen nog een paar onbekende kinderen bij. En- toen klonk het heel bedeesd en ver
trouwelijk; "U bent Kneut hè?". "Jazei de meester, "ik ben Kneut". En toen wist hij het. Hij
hoorde bij het dorp. Hij had een bijnaam zoals, de Barg, de Ruttels, Wrak, Churchill en
Kriebel. Hij was een der hunnen.
Meesters, ook dat is Uw saeck!.
W G Vellinga.
't SKOÖL IS UIT!
Op een draf nei huis, een koppie thee en buiten speule. Sjeze met een kros, skreêuwe in de
wind Holle met een flard pepierGien berge speulgoed, wel een hoop plezier
"Ze benne harde-winderig", zegge de ouwe mense, "ze moete uit-tuile".
(Uit Skroivendevort, van Geerie Krul-Blok uit Zuid-Scharwoude).
6