I b geraekt, over de koop van een kar, en als gemelde van der Slüijs na hüijs stond te gaen dat Claes Pover toen zijn mes heeft getrokken en denselve van der Slüijs daer mede zonder veel woordewisseling boven in zijn linkerschouder swaerlijk heeft gestoken. Dat gemelde van der Slüijs met behulp van eene Diewer Cornelisse ten deure uijt zijn de geraekt van Claes Pover en in zijn eijgen hüijs gekomen zijnde aenstonds op de vloer is ter neder gevallen ende seer sterk aen het bloede geraekt. Dat gemelde Claes Pover daer na nog een gerüijme poos op zijn werf ende bij den deür van Jacob van der Slüijs heeft staen schelden ende drijgen zoodanig dat er nie mand ter assistentie heeft derven komen, ofdat er een chirurgijn heeft kunnen gehaelt worden voor dat het bereets te laet was als zijnde gemelde van der Sluijs op de eerste eenkomst van den chirürgijn bereets dood gevonden. Alles blijkende üijt de beredigde attestatien van Arie Willemszoon Braes ende Diewertje Cornelisse geconfrontreert met de certificatie van twee schepenen, ende het declaratoir van de respectivelijke chirurgijns Willem Jonker ende Comelis Groet ten desen annex. Dat ofschoon de voornoemde chirurgijns declareren van oordeel te zijn indien zij intijds waren geweest bij den gekwetste zij de wond zoüde geremedieert hebben en n u van gedagten zijn dat gemelde Jacob van der Slüijs meesten deel door versüijm van spoe dige hulp zou dood gebloeijt zijn. t Dat het egter teffens, consteert dat gemelde Jacob van der Sluijs door de steek hem door Claes Pover toegebragt in die omstandigheijd van bloed storten is gebragt, dat hij daerdoor aen zijn eijnde is gekomen, en dat Claes Pover ook door zijn aenhoudend schelden en drijgen heeft veroorsaakt dat de oppaster van Jacob van der Sluijs geen assistentie heeft kunnen senden, om een chirürgijn te halen voor dat het te laet bevon den wierd. En gemerkt hierüijt consteert dat Claes Pover büijten eenig geregt den persoon van Jacob van der Slüijs in grammen moede zodanig heeft gestoken ende gewond ende treffens den selve aenhoüdend vervolgt met drijgen dat er geen behoorlijke hulp aen den gewonde heeft künnen toegebragt worden, en dat zulks van dat gevolg is geweest dat deselve Jacob van der Slüijs dien eijgen avond aen zijn wond is overleden, mitsga ders dat hij Claes Pover üijt dien hoofde zo niet den directe doodslaeger ten minsten ende in allen gevalle de hoovdoor-saek is van de geweldige dood van Jacob van der Slüijs. En gemerkt er de jüstitie ten hoogsten aen gelegen legt, dat zodanige enorme boos- heijd andere ten voorbeeld werde gestraft aen den lijve. Zoo keert zig de süppliant amptshalven tot üwe edel agtbare eerbiedig versoekende, dat üwe edel agtbare hem also gelieven te aüthoriseeren den voornoemde Claes Pover ter voorgemelde zaak te mogen apprehendeeren, instricte gevangenis te stellen ende tegen denselve also pede legato te procedeeren gelijk men in cas crimineel ge woon is te doen7) Noten 1) Lichtere vergrijpen werden behandeld op het raadhuis door schouten schepenen, zwaardere voor de vierschaar. 2) Komt later voor als Jan Dirkz. Küijlboer. 3) Zowel Jan Dirckz. Küijl als Pieter Sütter werden niet opgepakt, met dien opmerking dat Jan Dirckz. Küijl als hijin voorsz ballüagie te bekomen is. te apprehenderen", dus als Jan Dirckz. Küijl zich op het grondgebied van de vrije heerlijkheid Warmenhuizen zou begeven alsnog zou worden gearresteert om tegen hem te procederen. 4) Geaüfügeertweggelopen ontvlucht. 5) Pieter Pietersz. Strooper was gevlucht, als curators over de geabandonneerde verlaten) boedel en goederen werden benoemd". Pieter Haringcarspel en Gerbrand Croll. x De goederen bestonden uit:een hüis en erve staende en gelegen op het buurtje ge- naemt Hartendorp, tot Warmenhuizen." "Nog van een stuk zaedland mede aldaer gelegen op delfssloot groot zeven geerzen verder noghet vee. graenen. hooij, stroo, boere- en - boügereedschappen en al het geene verder maer enigsints onder roerende goederen kan worden gerekent." 6) Claes Pover woonde te Schooridam.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1992 | | pagina 18