V t W- I V L £-5^*4 'WAM 75 l A' A X"-- 30 31 32 33 34 HET IJ ROND de. De aannemers dienden de benodigde specie buiten dijks af te graven, natuurlijk niet te dicht bij de dijk. Zij moesten zelf voor arbeiders en de benodigde (krui) wagens, schuiten, planken et cetera zorgen. De opleve ring werd gesteld op 30 augustus en betaling zou plaats vinden nadat het werk in orde was bevonden.30 De regenten van Assendelft besteedden alles op 23 mei 1718 aan ten overstaan van de Gecommitteerde Raden.31 Er bestond ruim voldoende animo. Er werden 58 parken dijkwerk aanbesteed voor in totaal 184.000 gulden. Gedaan was het hiermee echter nog niet. In juni 1718 stuurden de regenten van Assendelft een tweede verzoekschrift naar Den Haag. Hierin werd aangegeven dat nog eens 20 parken van 50 roeden (in totaal 3,4 km) en 400 roeden (1.270 m) plaat- of schoeiingswerk langs het IJ moesten worden aanbesteed. Daarom werd verlen ging van het octrooi verzocht. De Gecommitteerde Raden in beide kwartieren adviseerden inderdaad de getroffen regelingen om de dijkverbetering te financieren met drie jaar te verlengen. Zij achtten het voltooien van het werk dringend noodzakelijk om alsoo een gedeelte van Noordt-Holland niet bloot te stellen voor een over- stroominge, en de reedts gemaackte groote kosten aan de Assendelver St. Aagten Dycken ende de overdykinge van de Kil tusschen de voornoemde Dycken niet vruchteloos te doen zijn (...)’.32 De Staten kwamen 27 28 29 Kader gebaseerd op GAZ, HHL Assendelft, inv.nr. 5, pp. 60-62. WA, polder Oostzaan, inv.nr. 99, 1714. Resoluties Staten van Holland, 25-3-1718, ook in Beels (1768), 296-297; NHA, Gecommitteerde Raden, inv.nr. 275, fol. 29v. NHA, Gecommitteerde Raden, inv.nr. 275, fol. 32r.; inv.nr. 17, fol. 16r.; inv.nr. 67, 27-5-1718; HRS St. Aagtendijk, inv.nr. 10; GAZ, HHL Assendelft, inv.nr. 527, rekening Schotvanger en Muller. GAZ, HHL Assendelft, inv.nrs. 525, 527; NHA, Gecommitteerde Raden, inv.nr. 17, fol. 16r.; De Vries (1876), 511-512. Resoluties Staten van Holland, 22-7-1718; NHA, stadsbestuur Haarlem, inv.nr. 7632. NHA, Gecommitteerde Raden, inv.nr. 275, fol. 61r.; stadsbestuur Haarlem, inv.nr. 7394, 21-7-1718. NHA, Gecommitteerde Raden, inv.nr. 67, 1-7-1718; inv.nr. 275, 73r.; inv.nr. 17, fol. 62r.; GAZ, HHL Assendelft, inv.nr. 527 Het Wijkermeer met de Nieuwe Overdijking (‘Overdijking 1718’) (noorden links). Door de nieuwe dwarsdijk langs de hoog opgeslibde gronden voor de Nieuwendam werden de Sint Aagten- en Assendelverdijk aanzienlijk ingekort. Detail uit de nieuwe kaart van het baljuwschap Kennemerland, uitgave wed. N. Visscher, Amsterdam, circa 1750. HHR, Collectie kaarten, A-4896. echter nooit tot een besluit en het bleef bij het octrooi van 25 maart 1718.33 De Gecommitteerde Raden in het Noorder kwartier hielden de voortgang van het dijkwerk goed in de gaten. Op 1 juli 1718 schreven zij bijvoorbeeld aan de regenten van Assendelft dat strikt vastgehouden moest worden aan het bestek. Met name de dijksloot mocht niet te dicht langs de dijk worden gegraven. Natuurlijk bleek tijdens het werk wel eens dat hier of daar iets aan gepast moest worden. Dan bracht Pieter Muller advies uit aan de heren in Hoorn. Regelmatig kwamen Raden in Assendelft poolshoogte nemen. Eind november 1718 vond de laatste afschouw plaats van de werken. Hierbij assisteerden Muller en Schotvanger de Raden.34 B /w 1 r r eAi- V Aliejideln*as*Si k&UeefnjKercV

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2020 | | pagina 75