74
Overdijking en dijkverbetering
‘Door Godts weer en wind gebroocken’27
Totaal
4
De storm van Kerst 1717 was bijzonder zwaar en
eiste in Groningen en Noord-Duitsland duizenden
levens. De matige staat van de Assendelverzeedijk
droeg waarschijnlijk eveneens het nodige bij aan
de doorbraken en overstromingen in het Noorder
kwartier. Drie jaar voor de Kerstvloed, op 8 oktober
1714, had de dijk van Assendelft het namelijk ook al
begeven. Die dag brak hij om circa half elf 's avonds
aan het zuideinde van Assendelft 'door Godts weer
en wind'. Nadat dijkgraaf en heemraden het grote gat
hadden bezichtigd, besloten de vroedschappen een
grote partij houtwaren in te kopen om een kering of
zomerkade om de doorbraak te maken. Men dacht
over het beleggen van een grote bespreking met de
regenten van Krommenie, Uitgeest, Heemskerk en
de andere dorpen die wateroverlast hadden over de
sluiting van de doorbraak en het herstel van de dijk.
Daar wilde de vroedschappen meteen de financiële
onmacht van Assendelft aan de orde stellen. Of dit
overleg doorgang heeft gevonden, is echter zeer de
vraag. Op 26 oktober besloten de Assendelver vroed
schappen om de inmiddels voltooide zomerdijk rond
het gat te verzwaren en te verhogen. Tot dekking
van de kosten werd een omslag over de landerijen
gedaan van anderhalve gulden per morgen. De storm
van 1714 ging ten slotte ook niet ongemerkt voorbij
aan de Oostzanerzeedijk. De rekening over dat jaar
bevat namelijk een post voor het leggen van riet
tijdens het hoge water. De bedreigde plekken werden
afgedekt met zeilen getuige een betaling van 11%
gulden aan Claes Kloker voor het drogen en
't uys [thuis] brengen van de zayle [zeilen] gebruyckt
int hooge water aen den dijck'.28
Dat het niet alleen bij de sluiting van de doorbraken kon
blijven, was hogerhand duidelijk. De Assendelverzeedijk
moest sterk worden verbeterd en verhoogd om herha
ling te voorkomen. Hierbij kwam direct het plan op tafel
de Kil te overdijken. De Kil was het restant van de oude
Krommenije. Daar was tegen deze tijd niet meer van
over dan een smal en slingerend geultje door de hoog
opgeslibde gronden voor de Nieuwendam. Met deze
dwarsdijk tussen de Assendelverzeedijk en de Sint
Aagtendijk kon een lus van ongeveer 7% km zeedijk
worden uitgespaard. Op 25 maart 1718 kwam het advies
van de Gecommitteerde Raden van beide kwartieren
in de Statenvergadering over deze kwestie en de finan
ciering aan de orde. De sluiting van de doorbraken,
de verbetering van de zeedijk en de aanleg van de
overdijking werden begroot op 200.000 gulden. Dat kon
Assendelft niet opbrengen. De Gecommitteerde Raden
hadden alle dorpen die schade hadden geleden aange
zocht mee te betalen, maar die gaven aan hiertoe niet in
staat te zijn omdat zij waren belast met andere dijken,
de aflossing van leningen enzovoort. De Staten besloten
daarom conform het advies van de Raden dat Assendelft
het geld moest lenen. Om de kredietwaardigheid van
het dorp op te vijzelen, kreeg het bij octrooi voor zeven
jaar vrijstelling van de (buiten)gewone verponding - de
belasting op onroerend goed - en een serie belastingen
op landbouw en veeteelt. De ingelanden dienden al deze
belastingen nog steeds op te brengen, maar de regenten
van het dorp konden met dat geld de rente en aflossing
van de voor de financiering van het dijkwerk te sluiten
leningen betalen. Van alles moest jaarlijks rekening aan
de Gecommitteerde Raden worden afgelegd.29
Daags na de verlening van het octrooi, op
26 maart 1718, kreeg Pieter Muller van de Gecommit
teerde Raden opdracht naar het dorp te reizen en een
bestek met begroting op te maken van de overdijking
en de verbetering van de Assendelverzeedijk inclusief
enkele inlagen achter onder andere de kistdam waarmee
de grote doorbraak was afgesloten. Muller zette samen
met landmeter Jacob Claasz. Schotvanger uit Schoorl ook
het werk uit. Dat werd met nummerpaaltjes in vakken
van 50 roeden Hondsbossche maat (171 m) verdeeld.
In ieder nummerpaaltje zat een spijker. De dijk moest
tot dat merk worden verhoogd, zo bepaalde het bestek.
De kruin diende overal op een breedte van 18 voet
(5,13 m) te worden gebracht. De Nieuwe Overdijking
- lengte 220 roeden (750 m) - werd wat hoger, namelijk
2% voet (0,71 m) boven het peil geslagen in de Assen
delverzeedijk. De breedte van de kruin was hetzelfde.
De Sint Aagtendijk moest ook worden verbeterd en wel
vanaf de aansluiting van de Nieuwe Overdijking tot de
hoogte als geslagen in nummerpaaltje 58. Hier vond
Muller een kruinbreedte van 12 voet (3,42 m) voldoen-
110
100
50
50
12
12
10
Bron: NHA, Gecommitteerde Raden, inv.nr. 17, fol 9V.
HET IJ ROND
Schermereiland
Geestmerambacht
Schager Kogge
Niedorper Kogge
Heerhugowaard
Schermeer
Akersloot
Heiloo
Egmondermeer
2 a 3
350 man
Tabel 1. Opgave van beschikbare manschappen voor
dijkwerk te Assendelft, januari 1717.