C V' o 70 Westzanerzeedijk. Lengte 1.900 roeden (ca. 7,2 km), voor het grootste deel met voorland, dat achteruit ging als gevolg van het ontbreken van krabhoofden. Ook hier werd gewerkt aan een verhoging en verzwaring tot een kruinbreedte van 20 tot 30 voet (6,2 tot 9,4 m) ende soude in dertich jaren aldaer soo niet als nu gedijckt wesen’. De kosten werden morgen-morgensgelijk omge slagen. Assendelverzeedijk. Lengte circa 3.000 roeden (11,3 km), waarvan ongeveer een vierde kaaldijk en de rest met voorland dat op sommige plekken afnam, maar elders juist aangroeide. Zowel de buiten- als binnen- glooiing van de dijk waren behoorlijk steil. De breedte van de kruin varieerde tussen 13 en 22 voet (4 a 7 m). Voor 1676 was meer werk aan de dijk verordonneerd dan gedurende de afgelopen 20 jaar. De dijk was verhoef- slaagd, “Veder landt heeft sijn particulieren hoefslach op den dijk’. De verhoefslaagden zouden de dijk op de gevaarlijkste plekken volgens de keur in orde maken. Aan de Sint Aagtendijk besteedden de Gecommitteerde Raden geen enkele aandacht. Kennelijk viel de schade mee of hadden de doorbraken opnieuw maar weinig overlast veroorzaakt. De Raden adviseerden met de dit jaar aan de verschillende dijken voorgenomen werken door te gaan en ze regelmatig te verzwaren. Aangaande de 'perticuliere afgestoelde dijcken’ oordeelden zij t o o J.’J e 7 ia Het in 1675 overstroomde gebied. Overgenomen uit Gottschalk dl. 2 (1977). HET IJ ROND X^ e s' /Z

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2020 | | pagina 70