46 De waterkering van Santpoort tot Amsterdam Na de totstandkoming van de Slaperdijk strekte de door Rijnland onderhouden waterkering langs het IJ zich uit van de zandgronden bij Santpoort tot de stadsrand van Amsterdam. De Slaperdijk had een lengte van 612 Rijnlandse roeden (ruim 2.300 m). Het aansluitende dijkgedeelte tot Spaarndam heette vanouds de Schinkeldijk.10 In Spaarndam lagen in de 17e eeuw vier sluizen: de Kleine Sluis, de Kolksluis, de Woerdersluis en de Grote Sluis. De Kolksluis en de Grote Sluis werden door Rijnland onderhouden, de Kleine Sluis door de stad Haarlem. De Woerdersluis was in onderhoud bij het Grootwaterschap van Woerden. Dat was een over welfde uitwateringssluis, de drie andere sluizen waren schutsluizen. Direct ten oosten van de Grote Sluis lag het gemeenlandshuis van Rijnland. Daar begon de Spaarndammerdijk. Deze dijk had sinds 1611, toen Rijnland het binnen de stadsuitbreiding van Amsterdam liggende dijkgedeelte had afgestaan, een lengte van ruim 4.500 roeden (ongeveer 17 km). Om de 100 roeden (377 m) stond een nummerpaal op de dijk. Paal 1 stond 100 roeden ten oosten van de Grote Sluis, paal 45 (het hoogste nummer) op enige afstand van de stenen beer in de stadssingelgracht van Amsterdam. Hier eindigde de Spaarndammerdijk. In Halfweg lagen drie sluizen in de dijk, de Westsluis, de Middelsluis en de Oostsluis. Zij waren inmiddels belangrijker voor de uitwatering van Rijnland dan de sluizen in Spaarndam.11 Een deel van de Rijnlandse waterkering lag op enige afstand van het IJ. Dat was zeker het geval bij de Slaperdijk. Ook de Schinkeldijk grensde niet direct aan het IJ, net als delen van de Spaarndammerdijk. De helft van deze dijk werd gedekt door voorland. Aan de binnenzijde van de dijk lagen overal walen of braken, kleine meertjes op de plaats van vroegere doorbraken. Die braken vinden we ook bij dijkgedeelten die door voorland werden beschermd, dus de aanwezigheid daarvan was zeker geen garantie tegen dijkdoorbraak. Een kwetsbaar punt was Halfweg. Achter de sluizen lag de Grote Waal, ontstaan na de dijkdoorbraak van 1508, waardoor het water van het Spieringmeer - onderdeel van het reusachtige Haarlemmermeer - de achterzijde van de Spaarndammerdijk raakte. Aan weerszijden van de Grote Waal lag slechts weinig land tussen de dijk en het Spieringmeer. De overzichtskaarten van Rijnland uit 1615 en 1647 laten dit duidelijk zien. Een kaart uit 1608 geeft een mooi gedetailleerd beeld van de situatie: de dijk met daarop de nummerpalen 15 en 16, de drie stenen sluizen en een houten beschoeiing langs de dijk waar die direct aan het water grenst.12 Zowel in Spaarndam als in Halfweg stonden ‘gemeenlandshuizen’ van Rijnland, die dienden als logies- en vergaderruimte voor dijkgraaf en hoogheem- wa ras 2 yiW l.l Spaarndam in 1627. Het noorden is rechtsonder. Kaart van Adriaen de Bruijn en Pieter van Bilderbeeck. HHR, Collectie kaarten, A-0678. HET IJ ROND Gr 'W'ytl SL W -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2020 | | pagina 46