42
De Slaperdijk
haar jurisdictie lagen. Uiteindelijk hadden Leiden en
Rijnland een akkoord gesloten. Dijkgraaf en hoogheemra
den zagen daarbij af van uitoefening van gezag binnen de
stad. Dat gebeurde ook bij de kwestie tussen Rijnland en
Amsterdam. Op 30 juni 1611 sloten de twee partijen op
het stadhuis in Leiden een overeenkomst. Rijnland deed
afstand van de jurisdictie over het dijkgedeelte dat binnen
de stad kwam te liggen en Amsterdam beloofde dit altijd
te onderhouden. De stad kreeg daarbij het recht de dijk te
verleggen. Wegens verlies van morgengelden en andere
inkomsten moest de stad Rijnland schadeloos stellen met
een onlosbare jaarlijkse rente van 200 gulden.1
Ruim 10 jaar nadat Amsterdam het meest oostelijke
stukje van de Spaarndammerdijk aan Rijnlands gezag
had onttrokken, werd het hoogheemraadschap opnieuw
geconfronteerd met de macht van de stad. Nu ging
het om beveiliging van het gebied ten westen van
Spaarndam. Direct aansluitend aan de Spaarndam lag
sinds de 13e eeuw de Schinkeldijk. Deze 200 roeden
(750 m) lange dijk vormde de verbinding tussen de dam
in het Spaarne en de Velserdijk. Het onderhoud van de
Schinkeldijk was vanaf het begin verhoefslaagd over de
Rijnlandse ambachten, wat er op wijst dat deze dijk pas
is aangelegd nadat de heemraden van de Spaarndam, die
in 1255 vermeld worden, het toezicht over de zeewering
langs het IJ gekregen hadden.2 De Velserdijk was een lage
dijk of kadijk, die buiten Rijnland lag en dus niet onder
toezicht van dijkgraaf en hoogheemraden stond.
Eind 16e eeuw was de kwaliteit van de
Velserdijk een punt van zorg, niet alleen bij Rijnland,
maar ook bij het stadsbestuur van Haarlem. In januari
1582 besloten dijkgraaf, hoogheemraden en hoofd
ingelanden van Rijnland tot vorming van een commissie
inzake een verzoek van Haarlem om een kade te leggen
van Spaarndam tot Santpoort. Verdere informatie ont
breekt, het werk zal niet uitgevoerd zijn. Wel beloofden
schout en schepenen van Velsen op 4 maart 1591 om de
kadijk bij Spaarndam en elders als het nodig was zo hoog
en zwaar te maken en te onderhouden, dat het water uit
het IJ in Rijnland geen schade kon aanrichten. Of met deze
kadijk de Velserdijk bedoeld werd, is niet duidelijk. Daar
over bleek in de jaren 1611-1612 misverstand te bestaan.
In 1611 klaagden besturen van de Rijnlandse
ambachten ten noorden van de Hoge Rijndijk over
schade als gevolg van herhaaldelijke doorbraak van de
Velserdijk. Op 21 april 1611 spraken dijkgraaf, hoog
heemraden en hoofdingelanden over een verzoek van
het stadsbestuur van Haarlem, dat ook deel uitmaakte
van het college van hoofdingelanden, om de Velserdijk te
I
y
-
i
DAM5
HET IJ ROND
Op de overzichtskaart van Rijnland van Floris Balthasars uit 1615 is te
zien dat het voormalige Kartuizerklooster binnen de nieuwe omwalling
van Amsterdam ligt. Sinds 1611 eindigde de jurisdictie van Rijnland
over de dijk buiten de nieuwe omwalling, even voor het punt waar de
‘Costvrelooren niewe kade’ en de dijk elkaar raken. HHR, Collectie
kaarten, A-4066.
Kaart van kaden, wegen en dijken tussen Spaarndam, Santpoort en
Velsen van Pieter Bruijnszoon uit 1589. Rechtsonder ligt Spaarndam,
links Santpoort, linksboven Velsen. De hoogte en de breedte van de
Schinkeldijk ten westen van Spaarndam en van de Velserdijk zijn
op de kaart aangegeven, net als de hoogte van de kadijk van de weg
‘Brederodes laen’ tussen Spaarndam en Santpoort. HHR, Collectie
kaarten, A-0882.