34
Nieuwe sluizen in de dijk
onderhoudsplichtigen rekenen op een boete van 20 pond
en aanbesteding op hun kosten.
Zoals te verwachten was, leverde de uitvoering
van het werk veel problemen op. Dijkplichtige ingelan
den, vaak Amsterdamse burgers, protesteerden tegen
de opgelegde taak. Het bestuur van Amsterdam, dat ook
ambachtsheer van Sloten was, steunde de onwillige inge
landen. Het was zinloos om de Spaarndammerdijk zo te
verhogen, meende het stadsbestuur. Bij een stormvloed
zouden de Diemerdijk en de Velserdijk doorbreken en
liep het land toch onder water. De Spaarndammerdijk
vormde dan een eiland. Die situatie deed zich in 1570
inderdaad voor.
Het Amsterdamse standpunt sterkte de dijk-
plichtige ingelanden in hun verzet. Toen de hoogheem
raden na de eerste schouw aan landmeter Jacob Sluyter
opdracht gaven de hoogte van de dijk te meten, bleek
die tussen Halfweg en Amsterdam dan ook veel lager
te zijn dan de keur voorschreef. Bij de tweede schouw
in augustus bekeurde de dijkgraaf veel ingelanden.
Dat leverde ook niet altijd wat op. Een Amsterdamse
weigerde om dijkwerk uit te voeren en stak tijdens de
schouw haar spade in de dijk. Zo abandonneerde zij haar
land, waardoor Rijnland volgens het akkoord van 1544
Een opvallende ontwikkeling in de 16e eeuw is de
afname van het belang van Rijnlands uitwatering in
Spaarndam en de groei van het sluizencomplex in
het dijkwerk moest bekostigen. Deze weigering van één
dijkplichtige kostte het hoogheemraadschap 646 pond.
Om te voorkomen dat meer dijkplichtige ingelanden het
zelfde zouden doen en uit onvrede over eerder misbruik
van het akkoord van 1544, vroeg Rijnland aan keizer
Karel V om op zijn gezag een nieuwe verhoefslaging te
laten maken over alle ingelanden van de dijkambachten.
De regering in Brussel toonde echter weinig daadkracht.
Pas na vijf jaar werd de noodzakelijke landmeting uitge
voerd, op kosten van het hoogheemraadschap. Vermoe
delijk heeft die meting niet tot een andere verdeling van
het dijkonderhoud geleid; het hoefslagboek uit 1585
verwijst namelijk direct naar een eerder hoefslagboek
uit 1527. Dat Rijnland niet op eigen gezag een nieuwe
verhoefslaging kon opleggen aan niet-onderhoudsplich-
tigen in de dijkambachten, wijst er op dat zij nog niet
echt deel uitmaakten van het hoogheemraadschap.13
W'
HET IJ ROND
De sluizen in Halfweg in 1557. Links van het gemeenlandshuis ligt een houten sluis die een jaar later afgedamd zou worden. In het midden de nieuwe
Jan Clockensluis, ook van hout. Bij de beschoeiing ten westen van de Jan Clockensluis staat dat daar de nieuwe stenen sluis zal komen, de latere
Westsluis. Helemaal rechts is een afgedamde sluis te zien. HHR, Collectie kaarten, A-0846.
\x