V 165 Verlaagd en onttakeld43 Na de aanleg van het Noordzeekanaal in combinatie met de droogmaking van het IJ lagen de oude zeedijken achter de Afsluitdijk bij Schellingwoude middenin het land. Zij hadden als waterkering weinig tot niets meer te betekenen. Wel werd hun functie als weg belangrijker, onder andere wegens het verkeer van en naar de nieuwe polders. Reeds voor de voltooiing van de kanaalwerken werd de kruin van de Westzanerzeedijk verbreed ten behoeve van het verkeer. Dijkgraaf en heemraden van de polder Oostzaan stemden eveneens in met een verlaging van de dijk om een bredere weg op de kruin te verkrij gen. In 1873 werd de dijk bestraat tot de Hanepadsluis. Later volgde doortrekking van de bestrating tot het buurtje Oostzanerovertoom. Het heemraadschap van de Assendelverzeedijk probeerde in het voorjaar van 1879 de tot 30 cm diepe kuilen in de kruin - waarvan het verkeer grote hinder ondervond - ten laste van de Vereeniging van de Noorder IJ- en Zeedijk te brengen. De hoofdingelanden van de Vereeniging stemden hier echter niet mee in - het ging immers niet meer om echt dijkwerk - en besnoeiden vervolgens de begroting van het heemraadschap met 660 gulden tot 1.000 gulden.44 Het heemraadschap liet toen reeds enkele jaren de weg op de kruin verharden met de tot puin geklopte keien van de buitenglooiing. In overleg met de armbesturen werd in december 1879 besloten dit werk voortaan in werkverschaffing uit te laten voeren. Tien jaar later, in 1889, verkocht men alle zware steen op de Assendel verzeedijk aan de aannemer Jan Kalis uit IJmuiden voor 3.000 gulden. De nutteloze dijkmagazijnen werden ook overal opgeruimd. De polder Westzaan gebruikte de kleinere keien op de Westzanerzeedijk rond 1880 om de kade langs de Nauernaschevaart te verstevigen. Het was echter te duur om de grote voor dit doel kapot te kloppen. Er werd diverse malen met aannemers onderhandeld over de verkoop van de grote keien, maar dat leidde niet tot resultaat. Die prefereerden Belgische steen en hadden minder interesse in Noordse keien. Bovendien was afvoer van de zware keien erg lastig omdat goede vaar- en landwegen ontbraken. In 1948 nam het hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier de oude zeedijk in eigendom over voor 16.800 gulden waarbij het de keien mocht weghalen om die te gebruiken voor de verzwaring van andere dijken. Alleen bij de doorbraak aan het einde van de Reef werd een klein gedeelte van de steenglooiing als waterstaat kundig monument gehandhaafd op verzoek van Zaans Schoon. f 38 41 39 42 43 40 44 HET IJ ROND Wegwerkzaamheden aan de Oostzanerzeedijk in 1929 met aan de horizon de Hembrug. RAA, NHNK, inv.nr. 11576. De gemeente Zaandam had in 1827 de Hogendam met alle baten en lasten overgenomen, zie het hoofdstuk ‘Noord: de noordelijke IJ-dijken tot de stormvloed van 1675’. GAZ, HRS Assendelverzeedijk, inv.nr. 1, 28-11-1888; inv.nr. 4, besluit GS, 5-7-1889; Verkade (1982), 225. Kader gebaseerd op Schilstra e.a. (1979), 60, 182; Verkade (1982), 214, 223, 229-230, 265; Vredenduin (1903), 322; GAZ, HRS Assendelverzeedijk, inv.nr. 1, 18-4 en 11-12-1879; inv.nr. 4, 6-2 en 14-8-1889, 7-10-1891. Waarop het bestuur van het heemraadschap een bezwaarschrift bij GS indiende. GAZ, HRS Assendelver Zeedijk, inv.nr. 1, 12 en 25-8, 9-9 en 30-10-1873; inv. nr. 4, besluit GS, 22-7-1874 en brieven GS, 5-8 en 23-12-1874; Notulen Provinciale Staten, 7-7-1874. GAZ, HRS Assendelft, inv.nr. 4, brieven cie. voor de lopende zaken, 21-8-1874, 14-1 en 30-4-1875; brief GS aan cie., 21-4-1875; Verkade (1982), 223-225. GAZ, HRS Assendelver Zeedijk, inv.nr. 4, brief bestuur Vereeniging, 29-10-1879; besluit GS, 12-11-1884; inv.nr. 1, 16-8-1884. -■ -l.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2020 | | pagina 165