161
Reorganisatie van de Vereeniging
Na een zware storm op 1 en 2 januari 1855 moest de
Vereeniging voor het eerst een beroep doen op de ach-
tergelegen landen. Dat leidde weer tot veel gemopper.
Een serie waterschappen wendde zich met verzoek
schriften tot de koning en provinciale staten. Ondanks
een gedegen voorbereiding onder toezicht van GS verliep
de inning erg moeizaam. In totaal ontvingen 138 water
schappen, gemeenten en particulieren in het omslag-
plichtig gebied van de Vereeniging een aanslag. Daarvan
lieten 20 het er op aankomen en moesten door een deur
waarder tot betaling gesommeerd worden. Bovendien
brachten zowel P. Opperdoes Alewijn als opnieuw mr.
J.G.A. Faber brochures uit waarin zij het reglement van
de Vereeniging op de korrel namen.29 Enerzijds werd de
verplichting tot bijdrage aan de zeedijken ter discussie
gesteld, anderzijds de bestuursinrichting. Die was strij
dig met het dijkrecht. Bij betaling hoorde zeggenschap
en nu was het zo dat de landen in de tweede en derde
categorie werden belast zonder hun permissie of voor
kennis. Ook hadden zij geen toezicht op de besteding van
de opgebrachte lasten. Ten slotte hadden de hoofdinge
landen van de Vereeniging een heel ander belang dan
het achtergelegen gebied. GS zagen in dat het college van
hoofdingelanden het vertrouwen miste van een van de
twee partijen. Daardoor kon het nooit tegenover de niet
vanouds dijkplichtige landen 'die zedelijke kracht aan
eene voordragt verzekeren, omdat deze in dat college
Waterland
Polder Katwoude
Hogendam
23
26
27
HET IJ ROND
voorstel quota’s 1888
quota’s 1845
quota’s 1857
Assendelverzeedijk
Schardam en Keukendijk**
Nieuwendam
Zeevangs Zeedijk*
Polder Oostzaan
Zuidpolder
Polder Westzaan
41,50
17,31%
8,00
8,72
6,50
9,00
4,74
3,34
0,83
0,06%
100
45,00
16,57
9,09
7,00
7,00
6,50
5,28
2,63
0,79
0,14
100
43,00
21,10
4,50
9,00
5,30
8,25
4,00
3,79
0,95
0,11
100
Jhr. Pieter Opperdoes Alewijn in uniform met op de borst het metalen
kruis, een onderscheiding verleend aan militairen die hadden
deelgenomen aan de Tiendaagse Veldtocht van 1831 tegen België.
Opperdoes Alewijn kwam uit Hoorn, was een vooraanstaand bestuurder
en politicus en onder andere hoodingeland van de Beemster, het
hoogheemraadschap van de Hondsbossche en de Vereeniging.
Olieverfportret, anoniem, ca. 1835. Westfries Museum, Hoorn.
Tabel 1. Quota’s van de waterschappen in de Vereeniging van den van de Noorder IJ- en Zeedijk in het gewoon onder
houd, 1845 en 1857, en de in 1888 door de waterschappen met dijken langs het ingepolderde IJ voorgestelde quota’s.
24
25
28
29
Zie voor een representatief voorbeeld van een van de bezwaarschriften
Van der Flier (1946), 186-189.
Notulen Provinciale Staten, 9-7-1847; Van der Flier (1946), 14-15.
Faber was jarenlang verbonden aan de rechtbank in Hoorn en publiceer
de over vele juridische, historische en waterstaatkundige onderwerpen.
Op zijn brochure verscheen een reactie door mr. W. Boonacker.
De oude staten werden benoemd door de ridderschap, steden en de lan
delijke stand. De grondwet van 1848 bepaalde rechtstreekse verkiezing
van provinciale staten.
Notulen Provinciale Staten, zomervergadering 1848 en zomer- en winter
vergadering 1851; Algemeen Handelsblad, 10-11-1851; Provinciaal Blad
1851, nr. 121; Van der Flier (1946), 15.
NHA, Sint Aagtendijk, inv.nr. 19, brieven van 8 en 9-7 en 16-10-1843.
Zie over Opperdoes Alewijn: Brieffies (1977), 104-107.
Incl. Zeevangs Keukendijk.
Etersheimer Keukendijk, Zeedijk bij Schardam t.l.v. Akersloot enz., idem t.l.v Zuid- en Noord-Schermer en de Koekendijk en Stranden bij Schardam.
Bronnen: Notulen Provinciale Staten, 1-7-1845; De Vries (1864), 29; GAZ, HRS Assendelver Zeedijk, inv.nr. 1, 28-11-1888.