tiii
142
In het Noorderkwartier kreeg Cornelis van Foreest deze
post.9 Niet lang daarna volgde de benoeming van de
leden, weer door de Kroon. Allen moesten land in hun
ring bezitten.10 De voorgeschreven inspecties kregen
daarna hun beslag.11
De bekrachtiging van de Dijkwet vormde
een van de laatste regeringsdaden van Lodewijk
Napoleon. Onder druk van zijn broer moest hij op 1 juli
1810 afstand van de troon doen. Acht dagen later lijfde
Napoleon het koninkrijk Holland in bij zijn keizerrijk.
De Dijkwet bleef in de nieuwe constellatie onverkort
van kracht en de ringcommissie in het Noorderkwartier
stelde in maart 1811 voor een ringomslag te doen in ver
band met nieuwe werken aan de Zuidpolderzeedijk bij
Edam.12 Deze dijk was een bekend zorgenkind. Hij liep
tijdens stormen in de winter van 1806 op 1807 zware
schade op waarna een kostbare verbetering was uitge
voerd. Het Rijk verstrekte een voorschot. Vervolgens
werd in januari 1808 in het hele Noorderkwartier een
speciale belasting - opbrengst 50.000 gulden - geheven
om dit terug te betalen.13 In 1811 ging het om verhoging,
verbetering en verzwaring van 470 roeden (1.771 m)
van de dijk van de Zuidpolder. De ringcommissie hield
bovendien rekening met financiële steun aan Hoorn
voor het herstel van de zeewering in de stad. Dit werd
uiteindelijk anders opgelost, maar ten behoeve van de
Zuidpolderzeedijk werd in 1811 wel een ringomslag
geheven.14
Alle delen van deze 'algemeenen omringdijk’ moesten
afhankelijk van de lokale situatie op een gelijkmatige
sterkte worden gebracht, zodat de veiligheid van de hele
ring zo goed mogelijk gewaarborgd was. De waterschap
pen waren verplicht zich te houden aan de voorstellen
van de ringcommissie. Die moest ieder voorjaar voor
1 mei samen met de Inspecteur van de Waterstaat in het
district waaronder de ring viel, een grote dijkinspectie
uitvoeren. Uiterlijk twee weken voor die schouw dien
den de waterschappen een beraming of begroting van
geplande dijkwerken in te sturen. Bij de inspectie waren
steeds twee leden van het bestuur van het waterschap
dat de betreffende dijk beheerde aanwezig. In de herfst
en wel voor 1 oktober vond weer een schouw plaats om
te controleren of de werken naar behoren uitgevoerd
waren. Van dit alles moest de ringcommissie gede
tailleerd rapport aan de minister uitbrengen. De ring-
commissies waren tevens belast met de ingewikkelde
omslagregeling indien de dijkplichtigen de kosten niet
konden dragen, waarbij zoals gezegd de limiet gold van
een derde van de onzuivere huurwaarde van de lande
rijen in de verponding. Een salaris kregen de commis
sieleden niet, maar wel mochten zij tot dekking van
de reis- en verblijfkosten jaarlijks 20 gulden per 1.000
Rijnlandse roeden dijk (3.767 m) in rekening brengen.8
De Dijkwet werd op 22 juni 1810 in de Konink
lijke Courant gepubliceerd. Die bevatte ook een lijst van
de namen van de presidenten van de ringcommissies.
HET IJ ROND
Cornelis van Foreest, president van de
ringcommissie in het Noorderkwartier.
Stippelgravure door J. Kobell naar een tekening
door Smit. Regionaal Archief Alkmaar.