128
De Gecommitteerde Raden kwamen er wederom aan
te pas. Zij stuurden een deskundige naar de Oostzaner-
zeedijk. Deze rapporteerde dat de dijk door de storm
vloed van 20 op 21 november 1776 inderdaad opnieuw
was beschadigd. Het hoge water had op vele plaatsen
de steenglooiing uit verband gerukt en weggeslagen. Er
was reeds 3.250 gulden uitgegeven en daar kwam zeker
nog 10.000 gulden bij. Dat de landerijen geen hogere
lasten konden dragen, klopte ook. Daarom adviseerden
de Raden eind januari 1777 aan de Staten kwijtschel
ding van de gewone en buitengewone verponding of de
200e penning op het vermogen te verlenen, beide voor
1777. Inderdaad besloten de Staten tot een korting op de
verponding ad 10.400 gulden. De adviseur van Oostzaan
raadde de regenten van het dorp aan later nog eens om
kwijtschelding voor twee jaar te vragen. Hij twijfelde er
niet aan of dit zou wel lukken.57
Oostzaan raakte uiteindelijk zwaar in de schul
den door de stormvloeden van 1775 en 1776. In deze
jaren werd bij elkaar 50.000 gulden geleend, een bedrag
dat na de val van Napoleon in 1813 nog niet helemaal was
afgelost Dijkgraaf en heemraden ontkwamen ook niet aan
verhoging van de dijk. Bovendien moest 50 a 60 roeden
de Oostzanerzeedijk overstroming van grote delen van
het Noorderkwartier en klopte het dat de landerijen
slecht waren. Daarom adviseerden de Raden Oostzaan
gedurende dit jaar de hele gewone verponding ad 15.436
gulden te laten lenen. Dit bedrag moest dan in 10 jaar
worden terugbetaald.55
De regenten van Oostzaan lieten deze kritiek
niet over hun kant gaan en dienden in december 1776
een tweede verzoekschrift bij de Staten in. Hierin gaven
zij aan tot hun 'uiterste surprise’ kennis te hebben
genomen van het advies van de Gecommitteerde Raden.
Die waren kennelijk verkeerd ingelicht. De 'quaade
directie’ was niet de schuld van de burgemeesters,
schepenen en vroedschappen van het dorp, maar van
dijkgraaf en heemraden en wel speciaal dijkgraaf Claas
Roothaar. Tegen hem was inmiddels actie ondernomen,
aldus de Oostzaner bestuurders. Inderdaad had het Hof
van Holland Roothaar op 9 juli 1776 geschorst wegens
malversaties en veroordeeld tot het betalen van bepaal
de schadeloosstellingen. Het dorpsbestuur viel dus niets
te verwijten en bovendien was onlangs tot overmaat
van ramp door een nieuwe 'ijslyken storm’ weer zware
schade opgetreden aan de dijk.56
HET IJ ROND
Profielen van de Assendelverzeedijk door WS (Willem Sijpesteijn), boven waar voorland
ontbrak en de dijk van een steenglooiing voorzien was, onder waar deze door buitendijkse
rietlanden werd beschermd. De bovenste stippellijnen geven de waterstand aan tijdens de
stormvloed van 14 op 15 november 1775. GAZ, HLH Assendelft, inv.nr. 523.