122
369%
754
West- en Oostzaan en de superintendentie
585
693
652
Totaal
Hierna werd werk gemaakt van de aanleg van steen
glooiingen. De rekening over de periode 9 maart 1769
3 maart 1770 vermeldt steen- en puininkopen voor
een totaalbedrag van ruim 7.200 gulden (zie tabel 3).
De Gecommitteerde Raden hielden de werken in het oog
getuige een post van 130 gulden voor inspecties uitge
voerd door Pieter Harge, de opziener van de Helderse
Zeewering en een algemeen erkend deskundige.37 Opval
lend is ook de post van 14 gulden en 5 stuivers betaald
aan Pieter Bleeker voor het verschaffen van de kost en
logies aan drie 'werklieden van de Helder, eenige dagen
aan de Zeedijk gewerkt".38
Voor verdere verbetering en onderhoud van de
Westzanerzeedijk waren in 1759 bij elkaar 8.725 last
keien nodig a negen gulden per last. Verder moest het
buitendijkse land met een kleiberm worden verhoogd,
kosten inclusief arbeidsloon 27.300 gulden. Ten slotte
was het dringend noodzakelijk de glooiingen van de
Hogendijk langs de Voorzaan te verbeteren. Hiermee
was 104.500 gulden gemoeid. Dat kon Westzaan niet
In november 1760 werd de Assendelverzeedijk op
nieuw getroffen door een typische Zuiderzeestorm-
vloed vergelijkbaar met die van 1714 en 1717.
De fluctuaties in de waterstand waren deze keer
echter ongekend. Op 18 november stond er een
stevige zuidenwind, die de volgende dag tot storm
kracht aanwakkerde. Het water werd hierdoor uit
het IJ en de Zuiderzee de Noordzee in gestuwd.
Op 20 november daalde de waterstand tijdens de
eb zo sterk dat het IJ droogviel ('grond ebbe’).
's Middags draaide de wind naar het noordwesten
en wakkerde aan tot stormkracht. Het water steeg
tot drie voet (ca. 95 cm) onder de kruin. 's Avonds
om negen uur woei het echter weer hard uit het
zuiden met zodanige slag van water dat den
dijk, plaating en steenwerken daar door merkelijke
schade bekoomen hebben terwijl het water extra
hoog was Om twee uur in de ochtend van de
21e schoot de wind terug naar het noordwesten
met zware hagelbuien. De eb was heel laag, maar
het water begon al spoedig weer hevig te stijgen en
stond op 22 november om drie uur in de ochtend
weer tot de kruin. Enkele inwoners van 70 jaar
en ouder verklaarden zoiets nog nooit te hebben
meegemaakt.
De bizarre stormvloed van
november 176039
opbrengen en weer werd subsidie aangevraagd. In april
1759 bepaalde de superintendentie dat men zich moest
beperken tot de meest urgente werken aan de zeedijk,
die - als er niets gebeurde - gevaarlijke situaties konden
opleveren. Dat kwam neer op 18.996 gulden. De uitvoe
ring geschiedde in 1760 nadat 12.000 gulden subsidie
was verkregen. Later dat jaar richtte de zee helaas grote
schade aan de glooiingen aan. Met het herstel was bijna
13.000 gulden gemoeid. Omdat Oostzaan en Assen
delft met vergelijkbare problemen kampten, stelden
de Gecommitteerde Raden in augustus 1762 voor de
Oostzaner-, Westzaner- en Assendelverzeedijk onder het
toezicht van een enkele dijkbaas te stellen ter 'verbetering
goede directie van de respectieve dyckagien aan het IJ
gelegen’.40 Daar voelde men natuurlijk niets voor. Een dijk-
baas onder drie meesters kon niet goedgaan en bovendien
waren de afstanden veel te groot. Het plan verdween
geruisloos onder tafel. Ondanks deze rimpelingen, keurde
de superintendentie bij de afschouw van de werken aan
de Westzanerzeedijk op 19 september 1775 deze bij de
eerste keur goed. Dat was nog niet eerder gebeurd en dijk
graaf en heemraden waren hier zeer content mee.41
Waren de Gecommitteerde Raden als superin
tendenten in 1775 ingenomen met Westzaan, voor wat
betreft het beheer en de directie van de Oostzanerzee-
dijk heerste toen juist grote ontevredenheid. Er bleek
van alles mis te zijn. De heemraden waren desgevraagd
in februari 1775 niet in staat de prijs van de keien en het
puin per last op te geven. Men kocht alles per scheepsla
ding in. Zij waren ook onbekend met de ijking van de
steenschepen en de kwaliteitscontrole. Dat regelde
schout en dijkgraaf Claas Roothaar allemaal. Het ging om
2.972
210
100
228
651/2
7.231
Bron: GAZ, HHL Assendelft, inv.nr. 534.
HET IJ ROND
Soort
ca. 300
1.858%
1.575
keisteen
Noordse steen
handsteen*
briksteen
kleine kiezelsteen/
grind
puin
Tabel 3. In de periode maart 1769-maart 1770 door het
heemraadschap van de Assendelverzeedijk ingekochte
steen en puin.
aantal
lasten
kosten
(in guldens)
Het ging om een lichtere kwaliteit tot een gewicht van 150 pond (70 kg).
Van de genoemde 100 last bestond 80 last uit ondermaatse handsteen,
prijs 4% gulden per last, en 20 last uit gewone handsteen a 6% gulden.
Voor Noordse steen en zware keien werd 7% gulden per last betaald.