113
Keisteen en puin aan de Westzanerzeedijk
De paalwormplaag lijkt zich van noord naar zuid door
het Zuiderzeegebied te hebben verspreid. In november
1732 werd hij in de Diemerdijk ontdekt. Wanneer de
zeewormen toesloegen langs de Noorder IJ-dijken is niet
duidelijk, maar dat zal waarschijnlijk ook in de winter
van 1732 op 1733 gebeurd zijn. We zijn aangaande de
rampzalige gevolgen en de ondernomen acties nog het
beste ingelicht over de Westzanerzeedijk dankzij de
studie van mevrouw Verkade uit 1982. De zeedijk werd
zoals gezegd verdedigd met een plating, een beschoeiing.
In 1733 sloeg men voor het onderhoud daarvan voor
bijna 2.200 gulden hout in en in 1734 voor 2.100 gulden.
In 1735 werd echter nog slechts voor 835 gulden hout
aangekocht.11 Dat jaar was de reconstructie van de dijk
met steen op gang gekomen (zie tabel 1).
Wegens de enorme kosten verbonden aan de
reconstructie van de zeedijk verkregen de regenten van
Westzaan in mei 1735 van het gewest een subsidie van
36.200 gulden, uit te betalen in vijf jaarlijkse termijnen.
Gevraagd was overigens om welgeteld 67.826 gulden.
Hierbij werd nadrukkelijk de voorwaarde gesteld dat het
geld niet voor verhoging van de dijken gebruikt mocht
worden. Die eis kwam vrijwel zeker uit de hoek van
Amsterdam en Haarlem, die kennelijk het jarenlange
gesteggel om de na de Kerstvloed van 1717 aangelegde
Nieuwe Overdijking en de verhoogde Assendelverzeedijk
verlaagd te krijgen nog vers in het geheugen lag.12 Drie
jaar later, in augustus 1738, werd om nog meer subsidie
gevraagd wegens 'verscheidene rampen en desastres,
muren van de in 1574 door de Spanjaarden verwoeste
kerk van Westzaan. Ook aan de Oostzanerzeedijk wer
den dakpannen gebruikt. In 1725 sloegen dijkgraaf en
heemraden 10.000 wrakke pannen in a 5% gulden per
1.000 stuks, een jaar later 13.000 stuks a 5% gulden per
1.000 en 1733 komen we in het kasboek nog eens een
post tegen van 123% gulden voor pannen aan de dijk.9
Oude pannen en puin waren destijds goedkoop omdat de
bevolking van de steden terugliep en veel huizen werden
afgebroken.10
8
10
HET IJ ROND
Alleen op een klein gedeelte van de Westzanerzeedijk bij de oude
braak aan het einde van de Reef tussen het Zuideinde van Westzaan en
Nauerna is de steenglooiing nog aanwezig. Foto Chris Schaatsbergen,
herfst 2020.
11
12
GAZ, AHL Westzaan, inv.nr. 427.
GAZ, AHL Westzaan, inv.nr. 427; Smit (2005), 19.
GAZ, Polder Oostzaan, inv.nr. 99. Alleen in 1714 komt een post voor van
15 gld. voor wier lossen.
GAZ, kaartboek Leupenius, 1693, zie ook Danner e.a. (1994),
kaartenbijlage, kaart 5.
Danner e.a. (1994), 70.
WA, polder Oostzaan, inv.nr. 99.
GAZ, AHL Westzaan, inv.nr. 427; Verkade (1982), 131-132, 140;
Schilstra e.a. (1979), 60; Danner e.a. (1994), 73; Bartels (2016), 156.
GAZ, AHL Westzaan, inv.nr. 89.
Zie het vorige hoofdstuk.
Profiel van de Waterlandsezeedijk met een wierriem beschermd door pannen. Ook aan de West- en Oostzanerzeedijk werden
dakpannen toegepast. Overgenomen uit Schilstra e.a. (1979).
L