Woord vooraf
7
Na de onthulling van de opgeknapte scheidpaal op de
Nieuwedijk beloofde ik een verhaal te maken over de
Burghorn. Deze paal markeert welk deel van de dijk
moet worden onderhouden door het Geestmerambacht
en welk deel door de Schager en Niedorper Koggen.
Deze uitgave zou gezien kunnen worden als een soort
vervolg op De Schagerdam en de abdij van Egmond.
Ik had er toen nog geen idee van wat me te wachten
stond in het Regionaal Archief Alkmaar. Eerlijk gezegd
verwachtte ik niet daar veel gegevens te zullen vinden.
De ruim 90 inventarisnummers van het archief Burghorn
1457 -1980 maakten me duidelijk dat ik die verwachting
snel moest bijstellen.
Het oud archief van Burghorn bevat een schat
aan gegevens over de beginfase van het poldertje.
Tientallen privileges, octrooien, brieven, vonnissen en
aantekeningen vertellen wat er gebeurd is vanaf 1455
tot de bedijking van de Zijpe in 1597. Maar daarmee
houdt het niet op. Ook gegevens over de eeuwen daarna
zijn in ruime mate voor handen.
Het verhaal van de heerlijkheid Burghorn onder
een eigen heer is een verhaal apart. Dat die heren van
Burghorn veel te maken hadden met Haarlem is een van
die ontdekkingen die je dan al lezend doet. Waarom de
ene zoon van Willem van Beijeren de heerlijkheid over
doet aan de andere, is een raadsel dat een raadsel blijft.
De waterhuishouding van de net bedijkte polder was
van het begin een probleem dat na een overstroming in
1509 escaleerde tot een hoog oplopend conflict. Diezelfde
stormvloed, de Cosmas- en Damianusvloed, veroorzaakte
trouwens niet alleen in heel Noord-Holland langs
de Zuiderzeekust, maar ook elders grote problemen.
Al zoekende en lezende ontdekte ik een vergeten wereld.
Dit boekje zou nooit geschreven zijn zonder
de vele lange gesprekken met Jan Bremer. Hij was ooit
- bijna een leven geleden - mijn leraar aardrijkskunde
in Alkmaar. Hij is nu al vele jaren een vriend die niet
ophoudt te vertellen over wat hij weet en die met wat
hij vertelt niet ophoudt anderen te stimuleren, ook mij.
En daarom draag ik deze uitgave van de Vrienden van de
Hondsbossche aan hem op.
Als Guus Borger bij de presentatie van het
vriendenboek van Jan Bremer toen die 80 jaar werd,
niet gezegd had dat het verhaal dat ik daarin mocht
schrijven, meer verdiende, was ik waarschijnlijk nooit
op het ingeslagen pad verder gegaan. Indien hij mij niet
had aangezet en onderwezen toen ik eenmaal aan
het zoeken en schrijven raakte, zou dit boekje niet
geschreven zijn. Ook zonder de deskundigheid van de
waterschapshistoricus van het Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier, Diederik Aten, en zonder zijn
toegewijde correctie en onmisbare aanvullingen was
deze kleine studie niet geworden wat ze nu is.
De medewerkers van het archief in Alkmaar,
in het bijzonder Harry de Raad, hebben me met raad en
daad bijgestaan bij het - opnieuw - leren lezen van oud
schrift. Dat is nu eenmaal een onmisbare kwaliteit die
je je zelf eigen moet maken en die anderen je moeten
bijbrengen.
Delen van dit boekje waren nooit op papier
gekomen als John van Lunsen me niet in vele gesprekken
wat meer had ingewijd in de archeologie van dit gebied.
Hij vond de restanten van de boerderij van de huiszitten-
armen en proveniersarmen van Hoorn en Alkmaar, door
op de juiste plek bodemonderzoek te doen. De heren
F. Timmer en R. van de Pol waren zo vriendelijk foto’s
ter beschikking te stellen van de leden van de familie
van Beijeren van Schagen.
Dit boek zou er nooit zo hebben uitgezien en
het zou nooit zo zijn geschreven als Diederik Aten en
Willem Messchaert het niet tussen hun redactionele
kaken hadden genomen en me de resultaten van die
activiteit hadden voorgehouden met de opdracht: zo,
maak er nu maar een boek van. Dat is dit boek. Het is
‘verlucht’ zoals dat heet met het voornamelijk door hen
bijeen gezochte beeldmateriaal. De prachtige foto’s zijn
van Chris Schaatsbergen.
Maar niemand weet - en u weet het nu wel,
lezer - dat dit boekje er niet zou zijn als ik niet dag in
dag uit de onmisbare steun had gehad en heb van Rudi,
mijn vrouw.
Karel Numan
Schagen, november 2019
BURGHORN VAN KWELDER TOT POLDER