HÉ A 63 Het land van de familie Van Beijeren van Schagen van Schagen. Weinig voor hen onder deed Cornelis Jans uit Schagen. Die pachtte 26 morgen (22,8 ha) van de Haarlemmer Cornelis Joosten voor 305 gulden per jaar. In 1558 kwam het merendeel van de 'eigen bezitters’ uit Sint Maarten (15 personen). Zeven eigenaars gebruiker woonden in Schagen en drie kwamen uit Valkkoog. Van nog eens drie personen wordt de woon plaats niet vermeld. Het overgrote deel van de eigenaars-gebruiker in de Burghorn bezat 1 tot 3 morgen (0,9 tot tot 2,6 ha). De verpachte percelen waren gemiddeld een slag groter. Daar treffen we 14 kavels van 5 morgen (4,4 ha) of meer aan, tegen 15 kleiner dan 5 morgen. Kleine boeren bedrijfjes waren rond 1550 de norm op het West-Friese platteland. De Vries berekende voor de West-Friese dorpen Twisk, Opmeer, Beets en Broek op Langedijk in 1553-1558 dat van het totale aantal huishoudens er 26 vererfd, maar ook weer aangekocht. Zonder twijfel waren enkele percelen die in 1462 aan Willem van Beijeren waren toegevallen rond 1830 nog altijd in handen van de heer van Schagen. (8%) helemaal geen land bezaten, 202 (61%) minder dan 1 tot 5 morgen, 74 (22%) 5 tot 10 morgen (8,8 ha) en 31 (9%) meer dan 10 morgen. Dit viertal dorpen telde slechts twee boerderijen met meer dan 20 morgen (17% ha) land.147 Alles overziende vertoonde de Burghorn een kleine eeuw nadat de polder op de zee was gewonnen nog steeds het typische karakter van een bedijking gefinancierd door extern (stedelijk) kapitaal. Het groot ste deel van de landerijen was in ‘vreemde’ handen. Bovendien telde de polder in 1558 maar liefst vier megabedrijven van meer dan 20 morgen, stuk voor stuk in handen van de familie Van Schagen, de huiszittende armen van Alkmaar en Hoorn en Cornelis Joosten. Daar naast bezaten de monniken te Warmond (vertegenwoor digd door Jan Mathijs) verspreid over drie percelen 28 morgen, gepacht door Jan Simons en Koen Maerts. We kennen zoals vermeld de oppervlakte van de lande rijen van Willem van Beijeren direct na de bedijking. Het ging om 105 geersen (30% ha). Dat was ook het bezit van zijn zoon Willem II en dit ging in 1481 over op zijn broer Jan van Schagen, de derde heer van Burghorn. Uit de kohieren van de tienden van 1553 en 1558 blijkt dat de kinderen van Jan van Schagen, wonende in Haarlem, nog altijd 38% morgen (33,8 ha) bezaten en het familie bezit in de Burghorn nog helemaal intact was. Op de kaart van de landerijen van de huiszittende armen van Hoorn en Alkmaar uit 1603 wordt aangegeven dat dit ten noorden grensde aan het land van Jonker Floris van Schagen.148 Dit land zal zeker behoord hebben bij de boerderij het Kuilhuis, die vanaf het begin in het bezit was van de Van Beijerens van Schagen. In 1723 was de heer van Schagen149 nog altijd goed voor 35 geersen, 1 snees en 16 roeden (10,2 ha) verdeeld over zeven per celen.150 Aan het begin van de 19e eeuw blijkt het bezit van de heren van Schagen aan percelen wei-, bouw- en rietland, een watertje en een huis met erf in de Burghorn te zijn gegroeid tot ruim 23 hectare.151 Er is kortom in de loop van die bijna vier eeuwen het nodige verkocht en Aï A A O 149 BURGHORN VAN KWELDER TOT POLDER 145 146 147 148 Machen (1927), 21, 47 Hierbij is voor het grondbezit van de gods- en gasthuizen en het klooster uitgegaan van hun bezit in 1558. De Vries (1974), 66. Floris van Schagen, geboren in 1554, was een achterkleinzoon van Jan van Schagen I. 150 151 Het gaat om Paul Emile graaf d'Oultremont, gehuwd met Maria Isabella van Beijeren van Schagen (f 1733). Met haar stierf de familie Van Beijeren van Schagen uit. RAA, polder Burghorn, inv.nr. 49, art. 7, 11, 17, 60, 61, 65 en 162. Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels Schagen, sectie F. De boerderij ‘Het Kuylhuys’ (nr. 43) in de noordoosthoek van de polder. Detail uit een kaart van de Burghorn ten noorden van de Burghornerweg, ca. 1850. RAA, polder Burghorn, inv.nr. 19. Hi m'A

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2019 | | pagina 63