Landeigenaren en boeren,
landbouw en veeteelt
61
Landbezit
Bij vergelijking van de twee kohieren valt op dat het
kohier van 1553 een beduidend geringer totaal aantal
morgens aangeeft dan dat van 1558, namelijk 235%
(206,5 ha) tegenover 302% (265,3 ha). Die laatste opgave
stemt goed overeen met de oppervlakte van de polder
gesteld in het bedijkingsoctrooi. Het verschil wordt
veroorzaakt door de vrijstelling voor gods- en gasthuizen
in 1553. In de Burghorn ging het om de huiszittende
armen van Alkmaar en Hoorn, het Heilige Geesthuis van
Schagen en de monniken van Warmond, samen goed
voor 65 morgen (57 ha).
De regenten van de huiszittende armen van
Hoorn en Alkmaar beheerden ieder 21 morgen (18,4 ha).
De gebruikers Jan Jacops Leuwen en Jan Luytgens pacht
ten in 1558 van de 'schamele huiszittende’ - zo worden
ze in het kohier genoemd - ieder een halve woning plus
21 morgen en betaalden ieder een pacht van 305 gulden
per jaar. Uit het overzicht van de activiteiten van Dirick
Jacobsz (zie kader) blijkt dat de huiszittende armen van
Hoorn al bezit in de polder hadden vanaf 1468.141
Een derde belangrijke grootgrondbezitter
waren de monniken van het klooster Mariënhaven in
Warmond met 28 morgen (24,6 ha). Het is onduidelijk
hoe en wanneer het klooster dit land verwierf. Er is ech
ter wel een ver verband tussen de families van Beijeren
van Schagen en Van Duvenvoorde, heren van Warmond,
via Gijsbert van Bronckhorst. Zijn zuster Elisabeth huwde
in 1543 met Willem II van Beijeren van Schagen (t 1548).
Evenals zijn vader Joost van Bronckhorst (t 1563)142 ver
richtte hij hand- en spandiensten aan zijn zuster. Diens
broer Andries (t 1547?) hertrouwde in 1527 na de dood
van zijn eerste vrouw met Wendelmoet van Boshuizen,
een dochter van de gefortuneerde Alkmaarse burgemees
ter, heemraad van de Hondsbossche, dijkgraaf van het
Geestmerambacht en grootgrondbezitter Claes Corf.143
Gijsbert was gehuwd met Adriana van Duvenvoorde
(t 1557), dochter van Jan van Duvenvoorde, heer van
Warmond. Hij overleed kinderloos.144
Met de landeigenaren van het eerste uur, de bedijkers
die Willem van Beijeren bereid gevonden had geld te
steken in de bedijking van de Burghorn, hebben we
reeds kennis gemaakt.138 Zij konden hun bezit verkopen
of verpachten. Ze zullen geen van allen zelf hun land
hebben gebruikt als boer of akkerbouwer. In de stukken
betreffende het proces na de overstroming van 1509
wordt de boerderij genoemd van Jan van Schagen. Deze
stond op een hoge plek aan de dijk. Dat is de Oudedijk,
en de plek is de hoek ten zuiden van de Oudedijk en ten
oosten van de Burghornerweg. In die hoek ligt nog
steeds een kleine boomgaard en er is waterput. In de
andere hoek gevormd door deze beide wegen staat
'sinds mensenheugenis’ de boerderij het Zeugebuurtje,
ofwel het Zeegebuurte, maar die is betrekkelijk jong.
Waar de boerderij van de schout Oirber Woutersz heeft
gestaan, waarvan eveneens gewag wordt gemaakt, is
niet duidelijk. De twee andere boerderijen van de heer
van Schagen stonden aan de Nieuwedijk vlakbij de
Oudedijk - deze boerderij heette het Kuilhuis - en aan
de Valkkogerdijk. Deze boerderij bestaat nog steeds.
De dragende houtconstructie - het vierkant - van de
huidige boerderij stamt uit de 17e eeuw. Alle andere
boerderijen genoemd in de hieronder besproken oude
kohieren zijn verdwenen. De huidige boerderijen in
de Burghorn - op die ene aan de Valkkogerdijk na dus -
dateren uit de 19e of 20e eeuw.
Halverwege de 16e eeuw kunnen we ons een goed beeld
vormen van het landbezit en de bebouwing dankzij twee
bewaard gebleven kohieren van de tienden uit 1553 en
1558.139 Deze kohieren werden samengesteld ter wille
van te heffen belasting met als grondslag het bezit aan
onroerend goed en renten. De taxaties werden in de
Burghorn uitgevoerd door een aantal door de schout
beëdigde personen. Zij noteerden de namen van de
gebruikers en eigenaars, de woonplaats van de eigenaars
en in 1558 tevens die van de gebruikers, de oppervlakte
van het land, de eventuele aanwezigheid van een pand
en de pacht, of in het geval van eigenaars-gebruikers de
getaxeerde pachtwaarde.140 De polder is dan alweer 100
jaar oud en men is druk bezig de enorme polder ernaast
- de Zijpe - te bedijken.
144
BURGHORN VAN KWELDER TOT POLDER
138
139
140
141
142
143
Zie het hoofdstuk ‘De bedijking: voorbereiding, financiering en uitvoering.'
NHA, collectie stukken uit archieven m.b.o. Noord-Holland, inv.nrs. 79-80.
Bos-Rops (2001), 349-350, 354; Bos-Rops (1997), 24. De taxatie van
1558 geschiedde naar de waarde in 1557, zie Meilink (1929), 14-15.
WFA, OAS Hoorn, toegangsnummer 0348, inv. nr. 808.
Hij was o.a. schout van Haarlem en baljuw van Kennemerland.
Cox (2005), 47; Groesbeek (1977), 97-99; Ter Braake (2007), 371-372,
399-400. Jan van Beijeren procedeerde in 1491-1493 tegen Claes Corf.
Inzet was het schoutambt van Hoorn. Corf werd op 30 augustus 1493
door de Grote Raad van Mechelen in het gelijk gesteld.
Van Leeuwen (1685), 894.