1
55
Oud familiezeer?
De zitting van 12 april 1510
Op deze dag stonden beide partijen tegenover elkaar
tijdens de zoveelste zitting van het Hof van Holland be
treffende het geschil tussen de heerlijkheden Burghorn en
Schagen. De procureur van Jan van Schagen, Christiaen
Cruijf als vertegenwoordiger van de eiser, de impetrant,
tegenover de gedaagden: Heijnric Claesz als procureur
van de heer van Schagen, Dirick Jansz als substituut
(vervanger) van Karel Grenier, procureur van Schagen
en Schager Kogge en Anthonis Jansz als procureur van
Niedorp en Niedorper Kogge.131
Cruijf maakte duidelijk dat de Burghorn de
aloude opening en afwatering (in de Oudedijk bij de Hale
in Schagen) nodig had om het water van de overstroming
kwijt te raken. Die afwatering mocht worden gebruikt,
zoals bleek uit de toestemming daarvoor verleend door
het Hof. Als de boeren in de polder die afwatering niet
mochten gebruiken, dan konden ze tot hun grote schade
hun beesten niet weiden en hun landerijen niet bebou
wen. De tegenpartij was bevolen het openmaken van
de sluis toe te staan, maar had daarmee tot nu toe niet
ingestemd. Cruijf eiste daarom dat Schagen zijn verzet
staakte en de schade die de Burghorn had geleden en nog
zou lijden vergoedde.
Alsof dat allemaal nog niet genoeg was, kwam hier de
kwestie van de grond benodigd voor het bouwen van de
elleboog om de nieuw ontstane wiel bij. Die grond moest
wel uit de Burghorn komen, maar Van Borssele liet be
ginnen aan dat werk zonder behoorlijk overleg met Jan
van Schagen. Beiden beschouwden de Oudedijk als hun
dijk, maar op dat punt had Van Borssele het gelijk aan
zijn kant. De stukken die Willem van Beijeren, de bastaard
van Holland, had nagelaten, lieten op dat punt geen
twijfel. De dijk behoorde aan de heerlijkheid Schagen,
de polder Burghorn was van Jan van Schagen.
Joost van Borssele wilde de gevolgen van de
doorbraak in de Oudedijk zo beperkt mogelijk houden
en liet daarom de sluis bij de Hale onmiddellijk dempen.
Bovendien gaf hij opdracht snel het gat in de Oudedijk
te sluiten. Dit met gebruikmaking van het riet, hooi,
roggestro en andere spullen die door ingezetenen van
de Burghorn gered waren uit het water. Een en ander
was volgens Jan van Schagen ‘gheweldelicken’, dus met
geweld, gebeurd.130 Ook had Van Borssele zonder enig
overleg in een later stadium grond van de Burghorn
gebruikt voor het bouwen van de elleboog. Verder
was hij naar het Hof gestapt om de in de Schager Kogge
geleden schade te verhalen op de polder Burghorn.
Wat beide heren tot hun harde optreden
bewogen heeft, blijft een vraag. Het was waarschijnlijk
niet alleen de ellende veroorzaakt door de storm en de
overstroming. Er lijken twee oude kemphanen tegenover
elkaar te staan. Jan van Schagen was een eind in de 70
en Joost van Borssele zeker meer dan 60 jaar oud. Je
zou wat beter overleg en meer wijsheid van beide heren
verwachten. Wreekte zich dat Jan van Schagen, zoon van
Willem van Beijeren, de bastaard van Holland, uitein
delijk genoegen had moeten nemen met de onbelang
rijke heerlijkheid Burghorn terwijl 'de koude kant" in de
persoon van Joost van Borssele zich heer van Schagen kon
noemen? Moest laatstgenoemde zich tijdens deze waters
nood laten gelden als 'de sterke man’ in de Schager Kogge?
En welke rol speelde zijn echtgenote, Josina van Beijeren,
de vrouwe van Schagen? Waren zij ter plekke aanwezig op
het moment van de storm, of zaten ze in Den Haag (Van
Borssele en Josina) en Haarlem (Van Schagen)? Kwamen
ze ijlings terug naar de plek waar de ramp zich had vol
trokken om persoonlijk leiding te geven? Of regelden ze
de zaken op afstand via brieven aan ondergeschikten?
BURGHORN VAN KWELDER TOT POLDER
Josina van Beijeren, vrouwe van Schagen. Privébezit, kasteel
van Duras (B.). Foto Historische Vereniging Schagen e.o.
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
Een boet of schuur die afgesloten kon worden.
Dat kan door zijn vader zijn meegebracht van zijn tocht naar Jeruzalem in
1447-1448.
De kelk waarin de Heilige hosties worden bewaard, vroeger ook miskelk.
RAA, polder Burghorn, inv.nr. 18, fol. 58v. Zie ook fol. 55r.
RAA, polder Burghorn, inv.nr. 18, fol. 59r.
Een pond Hollands van 40 groten is 1 gulden.
RAA, polder Burghorn, inv.nr. 18, fol. 55r., 59r.
RAA, polder Burghorn, inv.nr. 18, fol. 92r.
RAA, polder Burghorn, inv.nr. 18, fol. 88v.-89v.
RAA, polder Burghorn, inv.nr. 18, fol. 62v.
RAA, polder Burghorn, inv.nr. 18, fol. 78r.-83v.