to
V vk
X--
54
Schout Oirber Woutersz in actie
visschen mit sijn anderen goeden, brieven boecken
ende andere dier gelijcken’.124 Het Hof had bepaald dat
die huisjes daar mochten blijven staan, op voorwaarde
dat men er langs kon rijden met paard en wagen.
Hier trok Joost van Borssele zich echter niets
van aan. Hij riep in de kerk al het beschikbare volk in de
Schager Kogge op om met schoppen en ander gereed
schap op Sint Victorsdag (10 oktober) 1509 klokslag
twee uur 's middags op de oude dijk te verschijnen om
de wiel te dichten en liet alles toen door zijn mensen
fortselicken ende gheweldelicken ter neder (...)wer-
pen mit al dat guet dat daer in was buyten sdycx dus
in het water, terwijl het gebouwtje niemand in de weg
stond.125 Jan van Schagen klaagde dat een en ander,
doe ter tijt wael waerdich was hondert ponden groten'. 126
Tenslotte had Van Borssele alsoe onbedijct gelaeten
die voorscreven waele aldaer hij tvoorseijde volck op
hadde doen daghen openbaerlick in die kercken voor-
screven tot groter preiuditie [schade] ende achterdele
[nadeel]’ van Jan van Schagen.127
Jan van Schagen verbleef wegens zijn ambten hoofd
zakelijk in Haarlem. In Burghorn had hij een vertrouw
de rechterhand in de persoon van zijn schout Oirber
Woutersz. We komen hem in 1505 voor het eerst in deze
functie tegen. Hij was ook schout van Sint Maarten.128
Oirber bezat of pachtte waarschijnlijk een boerderij in
de polder. Hij aarzelde niet met dreigementen en geweld
de belangen van zijn meester te behartigen. We weten al
dat hij bejaarde dijkwerkers had opgepakt en in beroerde
omstandigheden vasthield. Bovendien deinsde Oirber
Woutersz. niet terug voor het in beslag nemen van vee
en goederen als onderpand en borg voor de geleden
schade. Op 20 december 1509 gaf het Hof nogmaals
bevel de door hem in beslag genomen 'koeijen, paerden
beesten ende andere goeden’ terug te geven.129 Schagen
en de Schager Kogge dienden nog veel meer klachten
over deze schout bij het Hof in. Een bepaalde schepen
verklaarde dat Oirber regelmatig zijn boekje te buiten
was gegaan en hij ongeschikt was voor het ambt. Toch
gingen Jan van Schagen en zijn schout maar door, aldus
Schagen en de Schager Kogge. Natuurlijk zijn de verkla
ringen over Oirber Woutersz. uit deze hoek gekleurd,
maar dat deze schout in woord en daad olie op het vuur
heeft gegooid, staat buiten kijf.
te kopen, aan te nemen of weg te voeren. Of wist Jan van
Schagen op deze manier een mogelijk positief bedoelde
maatregel van Van Borssele om heling en diefstal van
goederen uit het overstroomde en verlaten Burghorn
tegen te gaan richting het Hof van Holland nog een nega
tieve draai te geven? Een verbod op het stelen of helen
van goederen uit een blank staande en verlaten polder
behoorde immers tot de standaardmaatregelen in het
omliggende gebied.
Jan van Schagen had als noodvoorziening zijn
poorters toestemming gegeven provisorische huisjes
en hutjes langs en op de Oudedijk te zetten. Ze moesten
toch ergens droog kunnen wonen. Jan zelf had ook op
het hoogste deel van Oudedijk opgeslagen
een boede ofte belich huijs121 mit een doeren [deur]
aldaer hij eysscher heeft sijn goetgen [goederen] inne
ghebercht [geborgen] ende andere heylichdom te
weeten een stucke van dat heylighe cruijs122 siborie123
ende anders mitsgaders alrehande misghewaeden
tgundt [hetgeen] dat hij wederomme hadde doen
BURGHORN VAN KWELDER TOT POLDER
Een baljuw voert een koe van een boer weg. Gravure door
Bartholomeus Willemsz Dolendo, uitgave Claes Jansz Visscher II,
1613. Rijkmuseum Amsterdam, objectnr. RP-P-OB-78.171.
VMt Keebr, Sop 't beter Heer als kutcliL