Het vechtproces tussen Burghorn en Schagen 53 Vernielingen en diefstal De stormvloed van 1509 leidde tot grote onenigheid tussen Burghorn en Schagen. De relatie was toch al gespannen wegens de kwestie van het onderhoud van de Nieuwedijk. Hier kwamen nu twee nieuwe kwesties bij. Burghorn moest het zoute overstromingswater kwijt en dat kon maar op één manier, namelijk door het sluisje bij de Hale, de sloten van Schagen en Barsingerhorn naar de zeesluizen te Kolhorn. Burghorn lag inmiddels te laag en de Zijpe was te hoog opgeslibd om het water na de storm terug te laten vloeien naar de plek waar het vandaan gekomen was. Het spreekt vanzelf dat Schagen zich ver zette tegen het gebruik van het sluisje bij de Hale; geen zout water in onze sloten en op onze landerijen. Een tweede punt van enigheid vormde de breuk in de Oude- dijk. Daardoor werd de Schagerwiel vergroot en kwam een deel van de weilanden van Schagen onder (zout) water te staan. Er moest een vingerling of elleboog wor den gelegd om die nieuwe wiel. Deze twee ‘zaken’ liepen tegelijk en door elkaar heen, dat wil zeggen dat ze in de wederzijdse beschuldigingen beide een rol speelden. De gemoederen raakten behoorlijk verhit. Het Hof van Holland had veel tijd nodig - hoor, wederhoor, tweede en derde instantie, compromissen, (on)mogelijkheden, onderzoek ter plaatse door commissarissen - om tot een voor beide partijen aanvaardbare uitspraak te komen. beesten en hemzelf en zijn gezin. Toen deze goederen door zijn schout Oirber Woutersz met een wagen naar zijn hofstee werden gebracht, verhinderden poorters van Schagen en Niedorp dat. Zou hij zich daartegen verzet hebben, dan hadden ze hem vermoord. Van Borssele, de heer van Schagen, ging nog verder. Hij had dat noch meer ende arger es hebben doen roepen openbaerlick tScaghen in die kercke dat nyemant op verbuernisse van drie ponden - soe wie hij waere - koopen anvaerden noch vuijt Borchorn enijge goed brenghen noch voeren en mochten’.120 Met andere woorden, Joost van Borssele verbood op straffe van een boete van drie pond goederen afkomstig uit Burghorn De aanklacht van Jan van Schagen was niet mals. In de nacht van de storm en in de dagen daarna gebeurden er in zijn ogen ontoelaatbare dingen. Er werden zaken ge stolen - 'ende hebbent gheweldelicken den voorscreven Scagen benomen’. Het ging onder andere om xiiii [14] koeijen hoije116 mit tsestich voer117 koerns [koren] is te weeten tarwe rogge gharste haver boonen erwijten [erwten] raepsaet ende mostersaet diergelijcken dat al onghedorst was’.118 Behalve dat werden het riet dat van de huizen gespoeld was of het riet dat voor huizen en voor de kerk bestemd was en korenschoven door de poorters van Schagen gebruikt voor het stoppen van het gat in de Oudedijk. Het ging al met al om zaken ter waar de van 150 Rijnse guldens.119 Het betrof goederen die Jan van Schagen met grote moeite uit het water had laten bergen en zolang wilde opslaan op een hoge hofstee op de Oudedijk, bestemd voor het onderhoud van zijn 116 117 120 BURGHORN VAN KWELDER TOT POLDER 118 119 Een koehooi is de hoeveelheid hooi benodigd om een koe tijdens de winter te voeden. Zoveel als op een door één paard getrokken kar vervoerd kan worden, te weten circa 2.500 kg. RAA, polder Burghorn, inv.nr. 18, fol. 62r. Een Rijnse gulden werd circa 1500 voor 28 stuivers gerekend. 150 Rijnse guldens is dus 210 Hollandse guldens. RAA, polder Burghorn, inv.nr. 18, fol. 62v. Jan van Beijeren, heer van Burghorn. Olieverf op paneel door een onbekende meester. Privébezit, kasteel van Duras (B.). Foto Historische Vereniging Schagen e.o.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2019 | | pagina 53