ncntan cr totok tmti
et llOtttCtl DIÜ UlOG
lotic ubau jiUm
d nnfciu®6 öii* t u
(t ïci to ttoftcr itufh
j urtooicus jhiuui
nfï* üïiftt
“nut ditii
jet.' .inilog
üSdtoawttoröïö
ilkipfu I.Izicvto o
nttgjioiie tuung€
ftCölM>r‘ qö h
ttóflhlSDdU
fiuniiliatus fmu
t
onfe: lliuiulldtus fn
cr Utmuur tucj
(tltiK 1PC‘*41Ï!
w
A. *1.
50 om m crtcflii
0: muis (jonio tncut
utö ttnWutttn tr
pio mutbua qirttun
dUrau fdiittatto
aptittti: criujiuai o
imiocato ordtt
Dito irttmn roidut 1
jpfo cuist^nofa iMi
prtii tnii hues frirn
ouc qiitfl ©o ftn
T
dltt CtfJ.
Lisette Blokker
Hergebruikt perkament in het
cartularium van Burghorn1
Perkament is een nuttig materiaal. Het is stevig en duur
zaam. Het werd daarom bij voorkeur gebruikt om teksten
op af te schrijven die lang bewaard moesten blijven, of
intensief werden geraadpleegd. Maar het is ook duur.
Daarom werd het vaak hergebruikt in de middeleeuwen,
ook als het al beschreven was. Boekbinders gebruikten
bijvoorbeeld oude perkamenten vellen voor het inbinden
van nieuwe boekblokken. Tegenwoordig zijn de op
deze manier bewaard gebleven fragmenten, van verder
onherroepelijk verloren geschriften, soms bijzonder
interessant.2 In de band van het cartularium - een deel
met afschriften van oorkonden - uit het archief van de
polder Burghorn is ook hergebruikt perkament te vinden.3
Dit cartularium is waarschijnlijk aan het begin van de 16e
eeuw aangelegd in verband met een proces.4 Het heeft
een perkamenten kaft. Als extra versteviging zijn er om
de buitenste katernen (samengevouwen pagina’s) oude
perkamenten bladen gebonden. Op de hergebruikte
bladen kunnen we nog de Latijnse psalmen 114, 115,
116 en 119 lezen volgens de Vulgaat, de Latijnse Bijbel die
in de middeleeuwen werd gebruikt. Verder bevatten de
bladen een Gregoriaans gezang: het Veni Sancte Spiritus.
Dat werd gezongen tijdens de mis voor Pinksteren. Psalm
114 loopt van het ene blad over in het andere blad, dus
het is duidelijk dat dit twee pagina’s uit hetzelfde boek
zijn. Mogelijk ging het om een koorboek, dat werd gebruikt
voor het koorgebed in een klooster. Het is afkomstig uit
de 14e of, waarschijnlijker, de 15e eeuw: de tekst is in een
sober gotisch handschrift geschreven (Textualis Rotundus)
en voorzien van simpele blauwe en rode hoofdletters,
zonder verdere versiering. De muzieknotatie in 'hoefnagel-
schrift’ is een voorloper van de muzieknotatie zoals we
die nu kennen en werd tot in de 16e eeuw gebruikt in
Holland. Hoewel het oude perkamenten (koor)boek met
psalmen en gezangen begin 16e eeuw om welke reden
dan ook had afgedaan, kunnen we dankzij de recycle-
technieken van de binder van het cartularium toch
genieten van deze fraaie fragmenten.
r
2
3
Omslag voor- en achter: de band van het uit het begin van
de 16e eeuw daterende cartularium van de Burghorn (RAA,
polder Burghorn, inv.nr. 18).
Met dank aan Dr. Bart Jaski (conservator handschriften en oude drukken
in de Universiteitsbibliotheek Utrecht) en dr. H.Th.M. Lambooij, die hun
blik hebben geworpen op de inhoud en eventuele datering van de frag
menten.
Jaski, Mostert en Van Vliet (2018), 14-16 en 37-38.
RAA, polder Burghorn, inv.nr. 18.
Zie het hoofdstuk ‘Het vechtproces tussen Schagen en Burghorn’.
'r