41
Een nieuwe haven in Kolhorn?
Een apart verhaal vormt het octrooi dat Willem van
Beijeren op 6 juli 1458 kreeg van Philips de Goede,
waarin hem werd toegestaan een bij Kolhorn aanwezige
kolk om te bouwen tot een haven.83 Willem was rond
1460 duidelijk bezig met de economische ontwikkeling
van zijn heerlijkheid. Niet alleen de bedijking van
Burghorn, maar ook dit havenplan en de jaar- en week
markten maakten daar deel van uit. Tijdens de laatste
decennia van het bewind van de in 1467 overleden
Philips de Goede ging het bergopwaarts met de
West-Friese economie. Schagen had echter geen haven
en die kon er ook niet worden aangelegd. Bij Kolhorn
lag een binnengedijkte wiel, die daar heel geschikt
voor was. Via die haven konden de landbouwproducten
- kaas, boter, vee en graan - afgevoerd en andersom
onder andere turf ingevoerd worden. Een dergelijk
haventje was natuurlijk ook belangrijk voor de ontwik
keling van het nieuwe land van Burghorn. De wiel zou
moeten worden buitengedijkt en geschikt gemaakt.
Het octrooi stond dat toe, mits alles naar behoren werd
geschouwd en gekeurd door dijkgraaf, heemraden en
waarschappen. Gerealiseerd is de beoogde haven waar
schijnlijk nooit. Er is later weliswaar sprake van een
haven te Kolhorn, maar dat ging om een ‘scheepshok’,
een beschutte buitendijkse ligplaats in zee achter een
wierhoofd.84
BURGHORN VAN KWELDER TOT POLDER
Een echte haven kreeg Kolhorn ondanks het privilege van Philips de
Goede van 1458 niet. Het bleef bij een scheepshok, een beschutte
ligplaats achter een wierhoofd langs de dijk. Pen- en penseeltekening
door C. Kok, 1817. RAA.
81
82
83
84
Zie voor dit charter RAA, gemeente Schagen 1415-1813, inv.nr. 31.
Vgl. met Beenakker 1988), 87.
NHA, heerlijkheid Schagen, inv.nr. 48, fol. 30r-31v.
Kerkhoven (2018), 32-33, 46-47.