V V ■J'J\ fcdg 1V V- 26 Eén dijk, vele namen De inrichting van de polder geheten. Ten tweede de Valkkogerdijk tussen het eind van de Oudedijk en de Tolkerdijk (Zijdewind) en Sint Maarten, vroeger de Schagerdam geheten. Ten derde het dijkstuk dat door Sint Maarten loopt van de Valkkogerdijk naar de Oude Westfriesche Zeedijk. In Sint Maarten heet dat dijkstuk de Hoge Buurt. Een blik op de kaart laat direct het grote verschil zien tussen het nieuwe land van de Burghorn en het omrin gende oude land rond Schagen. De Burghorn is anders, moderner, lijkt duidelijk gepland te zijn in vergelijking met de grillige en bijna chaotisch aandoende vroegere indeling in kavels in de omgeving van de polder. Inder daad kan het niet missen dat Willem en de andere Geboren en getogen in Sint Maarten kreeg je de namen van de dijken met de paplepel ingegoten. De Oudedijk of de Lage Dijk, dat was de Valkkoger dijk tussen Sint Maarten en Valkkoog. De Hoge Dijk was de naam van de Westfriese Zeedijk, richting Eenigenburg vanaf Sint Maarten. Zo heet hij daar nog steeds. Vanaf Schagen richting Kolhorn heet hij de Westfriese Dijk. De Nieuwedijk was de naam van de dijk langs de polder Burghorn tussen Sint Maarten en Hemkewerf en Lage Dijk bij Schagen. En de Hoge Buurt, ja dat was gewoon de Hoge Buurt. Dat die Hoge Buurt ook een dijk was, dat zag je wel, maar je realiseerde het je niet. De dingen en de namen spreken als je een kind bent nu eenmaal vanzelf en nog zonder vragen. Dat er achter de Nieuwedijk een heel verhaal schuil ging en gaat, bleek pas later, veel later. De naam ervan bleek Nieuwe West-Friesche Zeedijk te zijn (geweest). Geen zee te bekennen. Die lag minstens 10 kilo meter naar het westen en dat was toch wel een half uurtje fietsen, zeker op de fietsen van toen. De topografische atlas geeft de volgende namen voor de dijkvakken tussen Krabbendam en Kolhorn: Het dijkvak tussen Krabbedam en Sint Maarten heet 'Westfriese Zeedijk". Het dijkvak tussen Sint Maarten en de Lagedijk bij Schagen heet ‘Nieuwedijk’. Het dijkvak tussen de Lagedijk en Kolhorn heet ‘Westfriesedijk’. Winkel en Niedorp konden er moeilijk onderuit, maar probeerden de onderhoudslast te beperken tot zoveel als ze voordien moesten besteden aan de Oude (Zee) dijk. Het heeft vele jaren en processen gekost voordat de oplossing werd gevonden. Op 28 juni 1469 bepaalde het Hof van Holland dat de dijkgraaf, de heemraden en waar schappen de dijk meteen moesten keuren en schouwen en verhoefslagen. Dat hield in dat een derde deel van de dijk moest worden onderhouden door de dorpen van het Geestmerambacht en twee derde deel door de Schager en Niedorper Koggen. Daarmee waren de ingelanden van de Schager Kogge nog niet tevreden, omdat zij vonden dat ook de ingezetenen van de Niedorper Kogge en die van Barsingerhorn en Haringhuizen naar rato moesten meedoen net als eertijds bij de Oude Zeedijk, nu de slaperdijk de Oudedijk. Bij vonnis van 24 juli 1488 werd - ten slotte - ook dat geregeld naar de wens van de Schager Kogge. De Niedorper Kogge, Barsingerhorn en Haringhuizen werden verhoefslaagd in het twee derde deel van de Nieuwedijk.40 De kwestie van deze dijkvelling speelde het eerst bij de Burghorn. Wie beschermd wordt door een nieuwe dijk, moet eraan mee betalen, omdat het onderhoud aan de oude, tot slaper geworden dijk, sterk verminderde. Dat is het principe van de dijkvelling. De dijkplichtigen keerden zich niet tegen het principe op zich, maar natuurlijk probeerden zij zich er onder uit te draaien door het nut van de nieuwe dijk te ontkennen of zoveel mogelijk te bagatelliseren, vraagtekens te zetten bij de degelijkheid enzovoort, óók in het geval van de nieuwe dijk die de Burghorn inpolderde.41 De andere dijken die de polder Burghorn omsluiten zijn er drie. Ten eerste de Oudedijk tussen de Burghorn en het begin van Zijdewind en de Valkkogerdijk of Schagerdam, voordien de Oude Zeedijk BURGHORN VAN KWELDER TOT POLDER De dijken rond de Burghorn (noorden links). Detail uit een kaart van de Zijpe met omliggende polders, 19e eeuw. RAA, PR 1005098.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2019 | | pagina 26