92 Nog meer inundaties De Beemster was lang niet de enige polder die onder water verdween. De bezetter herhaalde in de regio boven het Noordzeekanaal in feite de inundaties uitge voerd door het Nederlandse leger in de meidagen van 1940. Dijkgraaf Laan van de Zeevang werd ingelicht op een vergadering te Haarlem op 14 februari. De volgende dag vond nader overleg plaats in het gemeentehuis van Kwadijk met burgemeester Drost, opzichter Krijnse Locker van de Schermer, enkele heren uit de andere dorpen in de Zeevang en Duitse militairen. Weer een dag later hoorde Laan van dijkgraaf Otjes van de Beemster dat toestemming was gekregen de inundatie te beperken tot een deel van de polder. Laan rook een kans en reisde samen met Drost de volgende dag af naar Haarlem voor overleg met Kuiper. Op 28 februari vond in Utrecht overleg plaats met Kiel, waarbij ook Poppens van NHNK als technisch adviseur aanwezig was. Laan probeerde een zo groot mogelijk gebied droog te houden. Na enkele voorstellen te hebben gedaan die geen genade vonden, werd bereikt dat de maalstop voor de Etersheimerbraak en de Kleiput werd ingetrokken. Bovendien resulteerde Kiels bemiddeling bij de Wehrmacht in de verlening van ontheffingen van inundatie voor het gebied ten noorden van Warder en het gebied tussen Middelie en de spoor lijn. Met vereende krachten van burgers, boeren, mannen van de Arbeidsdienst en de aannemer Ooms lukte het een vier kilometer lange noodkering uit de grond te stampen. Het benodigde hout leverde Provinciale Waterstaat, dat dit weer verkregen had door bemidde ling van de Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw en Bouwnijverheid. Zo slaagde men erin een aardig gedeelte van de polder droog te houden. De strook langs de zeedijk benoorden Warder verdween als laatste vanaf 25 maart onder water. Voor de bemaling huurde de polder een pompinstallatie van de IJsclub in Heiloo.247 Een hele geruststelling bij dit alles was dat eind mei een noodkering in de vorm van twee snel afsluitbare toldeuren in de Where door Purmerend gereed kwam. Hierdoor kon de Schermerboezem ten oosten van Purme- rend worden afgekoppeld van het Noordhollands Kanaal en het Alkmaardermeer. Provinciale Waterstaat ver wachtte dat op deze manier een eventuele overstroming na dijkdoorbraak in het genoemde gebied beperkt zou blijven tot een sterk verhoogd niveau in de poldersloten. Het beheer van de noodkering werd toevertrouwd aan ir. C.H. Grooten, directeur gemeentewerken Purmerend.248 Ter bestrijding van de kosten leende de polder Zeevang bij elkaar 70.000 gulden. De ongeveer vier kilometer lange noodkade werd door dijkwachten voortdurend in de gaten gehouden. Dat was geen over bodige luxe, bij storm had deze het zwaar te verduren. Er werden drie keten geplaatst als schuilplek voor de GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN! Het was behelpen met de was bij deze boerderij te Warder in de blank gezette polder Zeevang. Foto uit een door kantonnier C. Kleppe samengesteld dagboekje van de aanleg van de noodkaden in de lente van 1944, getiteld Water in Warder. RAA, NHNK, inv.nr. 11743.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2018 | | pagina 92