Polders onder water 1944-1945 87 De Beemster onder water Helpende hand Plaatselijke aannemers, zoals H.J. Brand aan de Zuider- weg en Ooms in Grosthuizen, maar ook houthandel Brantjes in Purmerend kwamen het waterschap met mensen en materiaal te hulp om de grote klus van het afdammen te klaren. In het te inunderen gebied bleef alleen de uiterste zuidoosthoek bij Purmerend, de Tuinhoek, droog. Kiel gaf op 18 februari 1944 aan Provinciale Waterstaat te kennen dat de Wehrmacht hiermee akkoord ging. Er werd een kade om De Tuin hoek gelegd en een door een elektromotor aangedreven pomp geregeld voor de bemaling. De firma Spaans in Hoofddorp leverde daarvoor een vijzel met toebehoren. Spaans had daar ook in 1940 de bemaling voor Defensie uitgevoerd. Ondertussen was het weer erg matig: “Een koude gure wind gaf de indruk of men geen kleren aan had; intussen ging het werk gewoon door”.240 Schuiven werden aangebracht, nieuwe duikers gemaakt en tuinders kregen, tot hun grote vreugde, toestemming op eigen kosten en risico een stuk land droog te houden. Maar spoedig sloeg de vreugde om in teleurstelling omdat de aannemer het benodigde hout De dag erna waren er nog meer mensen aanwezig, name lijk de bestuursraad van Noord-Holland, Felhoen Kraal, ir. M.H. Kuiper van Provinciale Waterstaat en twee Duit sers, Wasserstrassenbevollmachtigte Kiel en Oberleutnant Hölling. Het land moest zo spoedig mogelijk dras worden gezet, te beginnen op maandag 21 februari om 0.00 uur en twee weken later, op 8 maart, moest de inundatie klaar zijn. Nadere bijzonderheden volgden in een circu laire van het Provinciaal Bestuur aan alle burgemeesters, dijkgraven en voorzitters van het te inunderen gebied. Het water diende uiterlijk 7 maart om middernacht 20 cm boven het maaiveld te staan, bij voorkeur door de be maling stop te zetten. Als dat niet lukte, zouden speciale Duitse commando’s sluizen en duikers open draaien. Die hadden bevel hierbij rekening te houden met aanwij zingen van de polderbesturen. Dijkgraaf Kramer Glijnis van Uitwaterende Sluizen had toegezegd voor zoveel mogelijk zoet water in de boezem te zorgen voor de inundatie. Pas in het uiterste geval zou door de sluizen te Nauerna, Zaandam en Den Helder brak of zout water worden ingelaten. Als centraal punt voor informatie en mededelingen betreffende de Nederlandse belangen werden Kuiper van Provinciale Waterstaat en bestuurs raad Felhoen Kraal opgegeven. Ze waren altijd bereik baar, zelfs hun privételefoonnummers stonden in de circulaire.238 In de Beemster werden de besprekingen gesplitst in een technisch en een economisch deel. Op maandag 14 februari 1944, om half vijf in de middag, zaten dijkgraaf Otjes en hoofdopzichter Van der Oord van De Beemster aan tafel tegenover NSB-burgemeester Meinte van der Kuur. Ook de wethouders en gemeente secretaris waren bij dat gesprek aanwezig in het Heeren- huis in Middenbeemster. Van der Kuur meldde dat de Duitsers ongeveer hetzelfde gebied als in 1940 onder water wilden zetten. “Na 3 jaar en 9 maanden “zenuwen oorlog” vond “onze beschermer” het nodig om De Beem- ster gedeeltelijk te inunderen, een maatregel waarom in 1940 was gelachen”, schreef hoofdopzichter Van der Oord van de Beemster in zijn verslag in dagboekvorm over de inundatie. De stemming was bedrukt en dat zou niet veranderen. 237 Het waterschap werd belast met het afzetten van brug gen en duikers, maar daar was hout voor nodig en dat was er niet. Kuiper zou kijken of hij dat hout kon leveren, want de suggestie om daarvoor desnoods huizen en boerderijen te slopen of bomen te kappen ging de Beemster hoofdopzichter te ver. De Duitsers bemoeiden zich er verder niet mee, als de boel maar onder water werd gezet. Dat de hele polder kopje onder ging, daar schrokken ze niet voor terug. Maar voor Van der Oord was het juist belangrijk dat het overgrote deel van de Beemster droog bleef, vandaar zijn pleidooi voor de afdammingen. De economi sche groep praatte over de ontruiming van diverse delen van de polder en over de evacuatie van mensen en vee.239 GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN! 237 238 239 240 NIOD, tg. 249-357, inv.nr. c9, dossier inundaties, dagboek Van der Oord. Circulaire o.a. aanwezig in WA, tg. 1634, polder Zeevang, inv.nr. 16, 21-2-1944. NIOD, tg. 249-357, inv.nr. c9, dagboek Van der Oord, 2. NIOD, tg. 249-357, inv.nr. c9, dossier inundaties, dagboek Van der Oord, 4, over 19-2-1944; NHA, tg. 616, Provinciale Waterstaat, inv.nr. 727, aantekening telefoongesprek met Kiel, 18-2-1944.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2018 | | pagina 87