•y*
82
Schade en wateroverlast in de kustpolders
In de Verenigde Polders onder Schoorl en Petten
werden vanwege de aanleg van de verdedigingslinie op
enkele wegen pantser-spermuren geplaatst waardoor de
waterafvoer zodanig werd belemmerd dat enkele lande
rijen niet meer konden worden bereikt. Een aardig detail
is de in de winter van 1944 aan een creatieve ingeland
verleende vergunning tot aanleg van een stuwmeertje
in een duinbeek voor het opwekken van stroom om zijn
huis te verlichten.
In het gebied van de Oningepolderde landen
onder Egmond-Binnen hadden de Duitse bouwactivitei
ten tot gevolg dat de wegen flink werden beschadigd en
de waterafvoer in de knel kwam. Dat eerste probleem
kon niet worden aangepakt vanwege het gebrek aan teer
en grind en van het overtollige water kregen de buren in
de Sammerspolder behoorlijk last. Twee eigenaren van
door de Duitsers afgebroken huizen weigerden domweg
hun omslag te betalen. Later werd door het Evacuatie-
bureau bepaald dat over 1943 wel betaald diende te
worden, want toen stonden die huizen er nog. Omdat
bewoners noodgedwongen waren geëvacueerd liet de
polder de eigen medewerkers het onderhoud uitvoeren
aan beken en sloten. Tot de categorie 'klein leed’ mag
worden gerekend dat de traditionele jaarlijkse gastdag,
met een maaltijd na de schouw, in september 1944 van
wege de oorlogsomstandigheden niet doorging. Na de
oorlog konden de wegen worden hersteld met het puin
van de gesloopte bunkers van de Atlantikwall.232
De boeren in de Vennewaterspolder aan de
westkant van Heiloo kregen in juli 1941 te maken met
de aanleg van een schijnvliegveld. Dit was bedoeld om
de aandacht van het vliegveld Bergen af te leiden, dat
door de Luftwaffe werd gebruikt. Om de indruk van een
landingsterrein te wekken, werden sloten afgedamd
en gecamoufleerd met rietmatten belegd met gedurig
ververst gemaaid gras. Evenwijdig aan de spoorlijn naar
Alkmaar liet de Luftwaffe vanuit een hangar een smal-
spoortje aanleggen waarop een elektrisch aangedreven
houten Messerschmitt Bf 109 jachtvliegtuig kon rijden.
Deze werken veroorzaakten de nodige problemen met
de waterhuishouding. De sloten groeiden dicht met riet
en waterplanten. Bovendien raakte de uitwateringstocht
van het gemaal vol zand afkomstig uit de tankgracht.233
Door de bouw van de Atlantikwall sloeg het watersys
teem in diverse kustpolders op tilt en dat veroorzaakte
veel narigheid. In polder Het Koegras, ten zuiden van
Den Helder, werd een verdedigingslinie aangelegd met
bunkers en zandwallen. Ook werd er een 18 meter brede
tankval aangelegd, het zogenaamde tankkanaal. Langs
dat kanaal moesten de boeren zelf een dijk aanleggen, in
de volksmond 'de Kankerdijk’ genoemd. De Middenvliet
vormde de tweede verdedigingslinie en alle bruggen
werden weggehaald en er kwamen bunkers en versper
ringen. Ondanks verzoeken van het polderbestuur bij
de 'Bauleitung Wieck' om de waterbeheersing intact te
laten, kwamen er geen duikers in de dichtgegooide slo
ten. In het voorjaar van 1944 werd de strook ten oosten
van de Langevliet onder water gezet, maar de westkant
bleef droog. Langs de Zanddijk, Callantsoogervaart,
Middenvliet en Van Foreestweg lag het vol met mijnen.
Na de bevrijding zat de polder met een flinke schade,
maar de wil om weer aan de slag te gaan overheerste.230
In de polder Callantsoog hadden de bezetters
een telescopisch zwaailicht opgericht ten behoeve van
het vliegverkeer met een grote prikkeldraadversperring
eromheen die dwars door de sloten lag. Die constructie
veroorzaakte verstoppingen in de waterafvoer. Dijkgraaf
Kruisveld nam contact op met de Duitsers, maar of dat
iets uithaalde weten we niet. Het was bovendien een
hard gelag dat ingelanden gewoon hun polderlasten
moesten betalen terwijl de Duitsers op hun land mijnen
hadden gelegd om de kust te verdedigen.231
In de Verenigde Harger- en Pettemerpolder lag
het langs de Kamperkaai vol met mijnen. Overal werden
tankgrachten in de polder gegraven en tot slot volgde in
1944 de inundatie. De Dienst Landbouwherstel begon
eind 1945 met het herstel van de kapotte polderkaden.
Ook de sloten, die vol slik lagen, werden schoongemaakt.
Ook nu werd niet alle schade vergoed. De Dienst meende
namelijk dat er ook sprake was van achterstallig onder
houd.
Petten, 1945. Mijnengevaar. Tekening door G. Dekker. Overgenomen uit P. Glas e.a. (red.), Petten. Stiefkind van de zee (Pirola 1989).
GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN!
-I'S