80
In de Noordkop, langs de kust tussen Den Helder en
Petten, bouwde de Duitse bezetter bunkers in vele
soorten en maten. Er waren bunkers om manschappen
te huisvesten en om geschut en munitie in op te slaan.
De Gruppenunderstand bunkers waren geschikt om een
groep van 10 militairen onderdak te bieden. De bunkers
aangeduid als Widerstandsneste werden bemand door
officieren met acht tot veertien manschappen. Enkele
van die bouwsels zijn nog intact, zoals de zogenaamde
Schartenstand, type 612 bouwnummer 3926, op het
terrein van Camping Corfwater in Petten, 100 meter
van het strand. Deze bunker diende als geschutopstel-
ling voor kanonnen en houwitsers, die bij een invasie
op het strand vaar- en voertuigen onder vuur konden
nemen. Daarin was ruimte voor 16 soorten geschut,
maar ook voor de opslag van 500 stuks 7,5 cm granaten.
Het geschut kon ook buiten de bunker worden neerge
zet. De HeeresKüsten Batterie (HKB) 'Petten' omvatte
drie bunkers van het type 612, waarvan die ene op de
camping nog steeds zichtbaar is. In het achterland van
de Zeewering werden nog veel meer bunkers gebouwd.
Een aantal daarvan is nog aanwezig. In Valkkoog hebben
enkele inwoners bunkers in de tuin. Bij de bouw van een
tuinhuis van een medewerkster van het huidige Hoog
heemraadschap Hollands Noorderkwartier in het dorp is
handig gebruik gemaakt van een dergelijke bunker.
In november 1943 diende het dagelijks bestuur van
NHNK een “beleefd verzoek” in om landmijnen weg te
halen in de Camperkade, 1.500 meter ten noorden van
Camperduin. Door de gegraven tankgracht van Petten
naar Camperduin zou deze kade bij zuidwestelijke wind
aan ernstige afslag worden blootgesteld, waardoor
het water van de Hargerpolder naar de 1,30 m dieper
gelegen Leipolder zou afstromen. Dat verzoek werd in
gewilligd, de weg zou worden 'entmint'. Maar in februari
1944 lagen er nog steeds mijnen en was er nog niets
opgeruimd. Klaas Jansma kreeg nogmaals opdracht bij
de minste of geringste wijziging in de dijk onmiddellijk
de ingenieur op de hoogte te stellen.
Er gebeurde van alles waar Noorderkwartier
moeite mee had, zoals met het kuilen graven in de taluds,
de open bouwputten in de kruin van de dijk bij Camper
duin en de schuilplaatsen van beton en steen in het
buitentalud van de zeewering. Het dagelijks bestuur
Mijnengevaar225
drong erop aan wat open lag voor de winter dicht te
maken. Zo niet, dan lag de verantwoordelijkheid voor
de stabiliteit van de dijk bij de Duitsers en niet meer
bij NHNK.
In de openbare vergadering van het algemeen
bestuur in december 1943 nam het dagelijks bestuur
een loopje met de waarheid door de bestuursleden wijs
te maken dat de Hondsbossche Zeewering in goede staat
verkeerde en nog steeds zware stormen kon weer-
staan.226 In het openbaar durfde het dagelijks bestuur
kennelijk niet te melden dat er mijnenvelden lagen en
versperringen van in zwaar beton gegoten spoorrails, de
zogenaamde ‘hanenpoten’. Of dat achter de dijk tank
grachten waren gegraven en er puntige betonblokken
stonden bij wijze van ‘drakentanden’. Al die obstakels
waren in de dijk verankerd en dat gewroet in de zee
wering was ronduit onverantwoord en gevaarlijk.227
De waarheid was dat er door de Duitsers “onbehoorlijk
gespit en geroerd werd in dit dijklichaam”, maar daar
werd met geen woord over gerept.228
Duitse bunkers bij Petten224
GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN!
Bunker in een tuin achter een huis te Valkkoog.
Foto Gerda Quak.