79
Nog dezelfde 16de november stelde Kamp ir. Thomése
van Provinciale Waterstaat op de hoogte van zijn brief.
Thomése beloofde hem die brief door te sturen naar Kiel
in Den Haag. Via een memo informeerde de dijkgraaf zijn
hoogheemraden met daarbij een vertaald afschrift van
zijn schrijven. Hierin herhaalde Kamp dat het college
van dijkgraaf en hoogheemraden zich onmiddellijk tot
de hoogste bevoegde autoriteiten zou wenden indien
Hientsch zich niet aan de afspraken hield, want “slechts
het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden en ik zijn
bevoegd de gevraagde vergunningen te verlenen”.
Majoor Hientsch vroeg na ontvangst van Kamps
brief direct een overleg aan. Op 18 november 1942
verscheen hij op het Gemeenlandshuis van NHNK aan
de Kennemerstraatweg in Alkmaar. Daar overhandigde
Kamp hem een schriftelijke samenvatting van het ge
sprek te Camperduin. Inmiddels was Kamp gebleken dat
de werken te Camperduin razendsnel werden afgemaakt
zodat het gevaar was geweken. Hientsch betuigde zijn
spijt en daarna werden nieuwe plannen tot in de kleinste
details besproken. De Duitse majoor beloofde ook in
een circulaire aan zijn ondergeschikten ervoor te zullen
zorgen dat het niet weer gebeurde. Kamp nam hiermee
genoegen. Hij schreef dezelfde dag aan Thomése van
Provinciale Waterstaat dat doorzending van zijn brief
aan Kiel achtwege kon blijven. Begin december 1942
constateerde Kamp echter dat van een “uitdrukkelijk
bevel” van Hientsch aan de uitvoerders van de werken
van de Wehrmacht om zich te onthouden van zelfstandige
maatregelen geen sprake was. Wederom stelde Kamp
meteen de hoogheemraden hiervan op de hoogte.223
Daarna zou opzichter Jansma vanuit Petten nog vele
malen melding maken van werken waarover de Duitsers
NHNK niet hadden geïnformeerd.
223
GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN!
Bunkers in en achter de Hondsbossche Zeewering bij
Camperduin, 1947. Collectie Nederlands Instituut voor
Militaire Historie.
221
222
Dijkstra (2017), 442.
Kamp schreef deze brief zonder het dagelijks bestuur te hebben geraad
pleegd door gebruik te maken van zijn bevoegdheid op grond van artikel
143 van het waterschapreglement.
RAA, tg. 86.02.14, inv.nr. 10612, brief Kamp aan het DB, 16-11-1942;
brief aan Thomése, 18-11-1942; brief aan DB, 9-12-1942.