Bouwen en breken langs de kust 77 De Duitsers bouwden tussen 1941 en 1944 langs de Europese kust een 2.685 kilometer lange verdedigings linie, om een invasie van de Geallieerden te voorkomen. Deze zogeheten Atlantikwall liep van Noorwegen tot de Spaanse grens en omvatte ruim 14.000 bunkers. Het was geen aaneengesloten verdedigingsmuur. Onder toeziend oog van 100.000 Duitse opzichters werkten miljoenen (dwang)arbeiders zich in het zweet om die klus te klaren. Al voor de aanleg van de Atlantikwall was gebleken dat het Duitse militaire belang altijd en overal prevaleerde boven het waterstaatsbelang. Niet alleen de kleine pol- dertjes, maar ook het grote NHNK had dat maar te accep teren. NHNK werd bijvoorbeeld al in de herfst van 1940 geconfronteerd met de afrastering van een groot gedeel te van de oude Waterlandse Zeedijk tussen Schelling- woude en Uitdam met prikkeldraad. Bovendien waren in dat dijkvak kabels gelegd, een groot aantal loodsen en keten gebouwd en afweergeschut geplaatst. Voor deze werken waren “talloze ingravingen in de kruin, de taluds en bermen” gemaakt. Een en ander hing samen met een basis voor watervliegtuigen bij Schellingwoude. Op 2 januari 1941 hadden GS al een circulaire verstuurd naar aanleiding van klachten over werken in dijken door de Wehrmacht. De secretaris-generaal van Waterstaat had hierover contact met Bevollmachtigtefür die Wasserwirt- schaft Kiel opgenomen. Deze deelde vervolgens mede dat de Wehrmachtsbefehlshaber een bevel zou laten uitgaan dat zonder overleg niet in dijken gegraven mocht worden. Indien dit toch gebeurde, moest direct hoofd- ingenieur-directeur Thomése van Provinciale Waterstaat ingelicht worden. Op 19 maart 1941 berichtten dijkgraaf en hoogheemraden van NHNK inderdaad aan Thomése dat “enig overleg voor de uitvoering dezer werken nimmer [heeft] plaats gevonden”.216 In die houding volhardden de Duitsers bij de bouw van de Atlantikwall en dat werk zou een grote wissel trekken op het incasse ringsvermogen van NHNK. Omdat alle beschikbare bouwmaterialen nodig waren voor de aanleg van de Atlantikwall kondigde de Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw, ir. Johan Ringers, op 1 juli 1942 een algeheel bouwverbod af. Grote bouwprojecten, zoals de aanleg van de Velsertunnel, moesten noodgedwongen worden stilgelegd.217 In dit hoofdstuk gaan we in op de bouw van de Atlantikwall en de gevolgen daarvan voor de waterschappen. Bunkerbouw Hondsbossche Zeewering218 Op 1 mei 1942 werd de Nederlandse kust, het strand en het duingebied tot Sperrgebiet verklaard en dat beteken de dat gewone burgers daar niet meer mochten komen. Enkele dagen later kwamen de burgemeesters van de Noord-Hollandse kustgemeenten op het Provinciehuis bijeen, om te praten over de brief van de hoogste Duitse politiechef, Hanns Albin Rauter. Op zijn bevel moest een groot gedeelte van het kustgebied worden ontruimd. Wie langs de kust een huis bewoonde met uitzicht op zee was als eerste de klos.219 Later werden complete dorpen in de kustzone ontruimd en moest iedereen daar gedwongen huis en haard verlaten. In het prille voorjaar van 1942 was NHNK bezig met een versterking van de Hondsbossche Zeewering bij Petten. Tegelijkertijd begon de bezetter daar met de bouw van de Atlantikwall. De Duitsers gedroegen zich als de bekende olifant in de porseleinkast, want “enig over leg over de uitvoering der werken heeft nimmer plaats gehad”, schreef ingenieur Poppens. Op 11 augustus 1942 gaven de Duitsers het bevel heel Petten te ontruimen. Alle bewoners moesten op 20 augustus “in het belang van hun veiligheid” uit het dorp zijn vertrokken. Het werk aan de zeewering mocht worden voortgezet en daarom moest NHNK op de een of andere manier het personeel in de buurt zien te huis vesten. Over de Hondsbossche Zeewering werd regel matig overleg gevoerd met de commandanten van de Duitse Wehrmacht in Haarlem en Den Helder. Noorder kwartier beschikte over zogenaamde 'Sonderausweise' voor Klaas Jansma, de technisch ambtenaar ter plekke, en “31 Niederlandische Deicharbeiter”. Zij mochten dage lijks hun werk verrichten tussen 08.00 uur en 18.00 uur in het 'Sicherungsgebiet' tussen Camperduin en Petten.220 Op advies van Jansma werd de Duitsers ver zocht in de prikkeldraadversperring ten noorden van 216 217 GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN! 218 219 220 RAA, tg. 86.2.014, NHNK, inv.nr. 10612, brief D&H, 19-3-1941; ex. circu laire in RAA, tg. 82.2.018, heemraadschap Wieringermeer, inv.nr. 437. HRR, tg. 1.1.2, inv.nr. 196, notulen D&H, 5-8-1942. De bouw van de Velsertunnel werd pas in 1952 hervat. Waalewijn (1990), 91-92; Aten, Klompmaker (1996), 62-63. Deze paragraaf is gebaseerd op RAA, tg. 86.2.014, NHNK, inv.nr. 10612. Mellink e.a. (2017), 20-21 en 23. RAA, tg. 86.2.014, NHNK, inv.nr. 32, Bescheinigung Klaas Jansma van Wehrmachtkommandantur in Den Helder, 29-4-1942.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2018 | | pagina 77