75 Geen energie meer in de polder Samenvattend kunnen we vaststellen dat sommige waterschappen zich door het aanleggen van voorraden hadden voorbereid op een oorlogssituatie. Daarbij is waarschijnlijk niet direct aan bezetting van het neutrale Nederland gedacht, maar wel aan de Eerste Wereld oorlog. Toen werd de scheepvaart door de geallieerden aan steeds meer restricties onderworpen om de blok kade van de Duitsland en bondgenoten te handhaven. Dat had tot ernstige tekorten geleid. Na de bezetting werden aardolieproducten direct zeer schaars en streng gedistribueerd. Water schappen met dieselgemalen kregen advies snel elektro motoren bij te plaatsen en - als dat onmogelijk was - gasgeneratoren te monteren. Sommige waterschappen hielpen elkaar door onderlinge bemalingsovereenkom- sten af te sluiten en wisten op deze manier wateroverlast te voorkomen. In de laatste fase van de bezetting vielen diverse polders terug op de aloude windbemaling. Als laatste redmiddel werden oude molens gerepareerd en weer maalvaardig gemaakt. In december 1944 zag de toestand er somber uit. Langdurige regenval, een maalstop en de zeer beperkte stroomleverantie bete kenden dat het in verschillende polders een natte boel werd. Gelukkig was het voorjaar van 1945 relatief droog en volgde daarna snel de bevrijding. De polderbemaling verkeerde toen door gebrek aan dieselolie en steenkool en het uitvallen van de stroom in een vrij wanhopige toestand. De eerste de beste stevige regenperiode zou zeker tot wijd verspreide en ernstige wateroverlast geleid hebben. 215 NIOD, tg. 249-0357, inv.nr. c9, dagboek Van der Oord, 18-19. GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN!

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2018 | | pagina 75