71
In diverse polders waar nog een afgedankte molen stond,
begonnen de besturen zich achter de oren te krabben.
Het kon het wel eens verstandig zijn die molen snel weer
maalvaardig te maken. Hoe lang het nog zou duren, wist
immers niemand. Alweer ontbreekt momenteel een
overzicht en moeten we volstaan met enkele voorbeel
den. Allereerst het waterschap de Vier Gecombineerde
Polders. Dit was het resultaat van een initiatief van vier
polders bij Bergen, de Oudburgerpolder, de Noorder-Reker
en Mangelpolder, de Zuider- en Midden-Rekerpolder
en de Zuurvenspolder. Zij besloten in 1927 gezamenlijk
een elektrisch gemaal te bouwen op de plek van de oude
wipmolen van de Noorder-Rekerpolder. Via De Vier Ge
combineerde Polders namen ze gezamenlijk de stichting
en de exploitatie van dit gemaal voor hun rekening.
In oktober 1944 resteerden nog twee molens,
namelijk die van de Zuurvens- en Oudburgerpolder. De
laatste verkeerde in redelijke staat, de eerste was een
bouwval. Het bestuur van de Vier Gecombineerde
Polders besloot toch beide molens maalvaardig te
maken. Voor een bedrag van 9.000 gulden klaarde
molenmaker W. Moejes dat karwei. De kosten werden
gedekt door een extra omslag van 10 gulden per hectare.
Bij wijze van extraatje zamelde het bestuur van de Vier
Terug naar de wind?207
het PEN dat elektriciteit zeer scherp gerantsoeneerd
zou worden en het totaal uitvallen van de leverantie
zeker niet was uitgesloten. Nederland was ondertussen
oorlogstoneel geworden. De Geallieerde legers stonden
aan de grote rivieren, bij Arnhem was ruim een week
zwaar gevochten. De kolenvoorraden bij de elektriciteits
centrales waren nog maar klein en op aanvulling viel
mede door de half september 1944 afgekondigde spoor
wegstaking niet of nauwelijks te rekenen. Half oktober
staakte het PEN de levering aan gewone burgers en
andere kleinverbruikers. Aan het einde van die maand
werden gemalen op rantsoen gezet. Polders mochten
nog maar een beperkt aantal Kilowatturen verbruiken.
Er mocht verder alleen nog elektriciteit worden afgeno
men tijdens strikt begrensde uren.204 Vanaf 5 maart 1945
had het PEN nog slechts één enkele centrale in bedrijf,
namelijk die in Velsen. Op 12 april werd ook deze op
last van de bezetter stilgelegd. Toen zat de complete
provincie Noord-Holland zonder elektriciteit. Al een
week eerder waren de gemalen afgesneden, het PEN gaf
absolute prioriteit aan ziekenhuizen en pompen van de
waterleiding.205 Tot overmaat van ramp was de herfst
van 1944 erg regenachtig. Vanaf 10 november moest
Uitwaterende Sluizen regelmatig het stopsein uit laten
gaan omdat onvoldoende gespuid kon worden op het
buitenwater en de boezems tot de rand vol stonden.
Tussen 10 november en 19 december mocht in totaal
gedurende 625 uur geen water meer op de Schermer-
en Vereenigde Raaksmaats- en Niedorperkoggeboezem
worden geloosd. Al die tijd stonden de gemalen dus hoe
dan ook stil.206
206
207
GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN!
De Oudburgermolen kort na de oorlog. De molen werd
eind 1944 snel opgeknapt. Nadat in 1948 de vijzel
was gebroken, werd de molen niet meer gebruikt.
Op 6 mei 1955 brandde de Oudburgermolen geheel
af, waarschijnlijk als gevolg van met vuur spelende
kinderen. Tijdens de brand explodeerden mitrailleur-
en geweerpatronen van een slecht opgeruimd depot van
de BS in de molen. Een brandweerman werd in het been
geraakt. RAA, collectie Piet Mooij, Bergen, inv.nr. 87.
204
205
Zie bijv. WA, tg. 1634, polder Zeevang, inv.nr. 16, brief PEN, 24-10-1944.
Aten, inleiding Inventaris archieven polder Heerhugowaard, 22. (RAA);
RAA, tg. 84.02.37, waterschap Schermeer, inv.nr. 60, notulen hoofd
ingelanden, 16-12-1944; Straakenbroek (1967), 102-103.
NIOD, tg. 249-0357, inv.nr. c9, dagboek C.J. van der Oord. Dit dagboek
ook in WA, tg. 0207, waterschap Beemster, inv.nr. 254.
Deze paragraaf is gebaseerd op Aten (2006), 17-19.