66 Kopzorgen om de bemaling in Spaarndam Niet alleen de grote polders en het hoogheemraadschap van Rijnland kampten met het gebrek aan dieselolie. Ook vele kleine polders vertrouwden op dieselbemaling. Dat had vaak te maken met de hoge kosten verbonden aan het leggen van een elektriciteitskabel naar de vaak geïso leerd gelegen gemalen. Een heel enkele polder vertrouw de gedeeltelijk nog op een molen. Dat bleek nu een groot voordeel. Een goed voorbeeld is de Castricummerpolder. Deze beschikte over een dieselgemaal dat naast de mo len De Dog stond. Vanwege de rantsoenering van gasolie in 1941 werd de molen weer maalvaardig gemaakt. Men vond bovendien de aangrenzende polders bereid in geval van nood water uit de Castricummerpolder in te laten. Onder die buren bevond zich de Groot-Limmer- polder. Deze beschikte naast een elektrisch gemaal bij Akersloot ook nog over een windmolen, de Noorder- molen. Omdat de molen niet op het lichtnet was aange sloten, was de molenaar voor verlichting afhankelijk van kaarsen en petroleum. Toen die in de herfst van 1941 nog maar moeilijk te krijgen waren, werd er een 'wind charger’ aangekocht met bijbehorende accu’s. Daarnaast mocht de Castricummerpolder, na zware regenval in het najaar 1941, ook op deze polder lozen omdat uiterste zuinigheid met dieselolie in acht genomen moest wor den. In verband hiermee kreeg de Groot-Limmerpolder verruiming van het stroomrantsoen. In het najaar van 1944 liep de waterstand in de Groot-Limmerpolder evenals elders hoog op wegens zware regenval. Een inbraak in het gemaal leverde nog meer tegenslag op. De dieven sneden een grote reep uit de leren drijfriem tussen de motor en de vijzel. Nadien werd het gemaal bewaakt. Door gebrek aan dieselolie kwam de bemaling in de Bovenpolder onder Egmond-Binnen in 1941 tot stilstand. Provinciale Waterstaat adviseerde het polder bestuur contact op te nemen met de polder Egmonder- meer, waar de bemaling op windmolens draaide. Beide polders sloten een overeenkomst waarbij de Egmondermeer tegen een vergoeding de bemaling van de Bovenpolder overnam. Na de bevrijding werd de bemalingsovereenkomst weer opgezegd. Het gemaal Rechtendijk van de polder Callants- oog werd aangedreven door dieselolie en ook daar kwam men voor de inmiddels bekende moeilijkheden te staan. Het polderbestuur informeerde al in november 1940 bij het PEN naar de mogelijkheden om op elektrische bemaling over te stappen. Er werd contact opgenomen met technisch adviseur W. Moejes uit Oudorp. In februari 1941 volgde acceptatie van diens voorstel om naast het dieselgemaal een elektrisch gemaal bij te plaatsen en wel op zodanige wijze dat de dieselmotor ook de vijzel van dit nieuwe gemaal kon aandrijven. Mede door materiaal- schaarste lukte het niet het project voor het droge Besluiten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Dat was de les die het bestuur van Rijn land moest trekken toen de bemalingsinstallatie in Spaarndam noodgedwongen van krachtbron veran derde. Stookolie was schaars en veel te duur gewor den en daarom liet Rijnland daar twee gasgenerato ren plaatsen, die werden gestookt op antraciet. In de zomer van 1941 werden de generatoren, geleverd door Werkspoor, in samenwerking met Stork, in bedrijf genomen. Maar ze beantwoordden niet aan de verwachtingen. Het materiaal van de generatoren was van een beroerde kwaliteit en niet berekend op schadelijke gassen met een hoge temperatuur. In de loop van 1943 werden daarom de gasleidingen vernieuwd. Net als in de Beemster waren er proble men met de slechte kwaliteit van de kolen van het Rijkskolenbureau. Rijnland kreeg een beter soort kolen en door beide soorten te mengen hoopte men de bemaling draaiende te houden. Maar het aandeel dat Spaarndam leverde aan de totale bemaling van Rijnland zakte van 50 naar 20 tot 30 procent. Het stoomgemaal Halfweg deed het in die oorlogsjaren aanzienlijk beter dan het Boezemgemaal in Spaarn dam.197 Door het verhogen van het peil van het Noordzeekanaal moesten de gemalen in Spaarndam en Halfweg in maart 1945 worden stilgezet. “Met de gasolie een hopeloze toestand”198 GEEN SOLDAAT KAN DE POLDER REGEREN! In juli 1941 door Werkspoor gemaakte tekening van de gasinstallatie in het gemaaltje van de Broekermeer. Links de generator. Het roet en andere vervuilingen in het kolengas werden in een teerafscheider, scrubber (luchtwasser) en een reiniger verwijderd. Daarna ging het gas de dieselmotor in. In het midden de centrifugaalpomp. WA, archief Broekermeerpolder.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2018 | | pagina 66